De Chopinstraat en haar eerste bewoners

In 1923 krijgt de zesde straat ten westen van Park Oog in Al een naam te weten: de Chopinstraat. De straat is onderdeel van een geheel nieuw stratenplan op het grondgebied van de voormalige buitenplaats Oog in Al. Net zoals veel andere eerste straten in de wijk is de straat vernoemd naar een componist. In dit geval naar de Poolse pianist en componist Fryderyk Franciszek Chopin (1810-1849).

Utrechts Nieuwsblad 19 januari 1923

In 1921 wordt het Park Oog in Al aangelegd en daarna zijn de straten van de nieuwe wijk aan de beurt. De riolering wordt ook in 1921 aangelegd maar voor de Chopinstraat duurt het nog een kleine 15 jaar voor de eerste huizen er worden gebouwd. Tot die tijd worden er braakliggende terreinen in de toekomstige straat tijdelijk verhuurd als bouwland. Zo ook het stukje tussen de Von Weberstraat en de Chopinstraat. Dit wordt in 1925 voor 3 jaar verhuurd aan Chr. Borra voor 15 gulden per jaar.

Jaren dertig huizen

Een parade van uiterlijke zwierigheden noemt Het Parool jaren dertig huizen in een artikel in 2021. Het gaat in de eerste twee delen van de Chopinstraat ook om jaren dertig huizen. Huizen van baksteen met versieringen en mooie details in het metselwerk. In het voorportaal en soms ook langs de trap zijn tegels van Mosa uit Maastricht aangebracht. De tegeltableaus worden vaak afgewerkt met een zwarte rand. Het Parool: Die mintgroene tegels met dat zwarte randje! Op de vloer in de gang, in de keuken en in de WC liggen vloertegels of granito (makkelijk schoon te houden met Marseillezeep!). De bovenlichten van de paneeldeuren en tochtdeur zijn voorzien van glas in lood. En in de bovenlichten van de WC en badkamerdeur zit ondoorzichtig glas. De deurklinken zijn van bakeliet. De en suite woonkamer kan worden gescheiden door een schuifdeur met glas in lood en aan weerszijden een kast. De schouw van de kachel is van zwart kalkzandsteen, marmer of natuursteen. En in de erkers ook weer glas in lood.

Chopinstraat 12. En suite glas in lood deuren en oorspronkelijke schouw uit 1935

De voordeuren (mét klein ruitje dat open kan) zijn van gelakt (mahonie) hout met ernaast een opvallende brievenbus.

Huis in de Chopinstraat met gelakte voordeur en zijraam met glas in lood en gemetselde plantenbak met BBB logo
Chopinstraat 45, brievenbus met uil 1937
Chopinstraat 12, glas in lood raam naast de voordeur, 1935

Er zijn voor- en zijtuinen of plantenbakken aan de gevel of ingemetselde bloembakken aan weerszijden van de voordeur. Via het achterom, de poort, de brandgang, kom je in de achtertuin. De tuinen hebben een laag tuinhekje en de afscheiding tussen de tuinen is van betonnen palen met gaas ertussen. Voortuinen worden standaard uitgerust met ligusterhagen en een tuinhek. Gangbaar is een hoogte van één meter voor de liguster haag. De juiste hoogte wordt goed in de gaten gehouden door de gemeente en de bewoners.

De keuken is uitgerust met een granieten werkblad, een geiser en voorraadbakjes voor rijst, thee, koffie, suiker, meel, vermicelli, eieren en kruiden.

Chopinstraat 39, oorspronkelijke voorraadbakjes in de keuken. 1937

De WC heeft een piepklein fonteintje. De badkamer heeft een bad op pootjes en een boiler. Onderstaande advertentie is uit 1942.

Het huis wordt veelal alleen beneden verwarmd met kolenkachels. Langs de trappen zitten houten trapleuningen en onder de trap is er een provisiekast.

In het midden van het brede gedeelte van de Chopinstraat is een perkje aangebracht. Dit is goed te zien op de foto bovenaan en hieronder. Het is een mooi uitzicht voor de huizen zonder voortuin. In Oog in Al heeft ook de Mendelssohnstraat een dergelijk bloemenperkje in het midden. Auto’s zijn er niet of nauwelijks en de straat heeft twee richtingsverkeer.

Bloemenperkje in het midden van de Chopinstraat met spelende kinderen van de familie Nannings bewoners Chopinstraat 36, 1962. Met uitzicht op de DAF van de overburen. Privé archief familie Nannings.

Bloemen Blijheid Buiten

De huizen in het westelijke deel van de straat, tussen de Johannes Brahmsstraat en de Robert Schumannstraat, worden het eerst gebouwd. Aan de even kant koopt het Utrechtse bouwbedrijf Bredero’s Bouw Bedrijf (BBB) in 1935 de grond voor 16 gulden per vierkante meter en bouwt er huizen.

UN 6 juni 1935

BBB is een voortzetting van het in 1901 opgerichte familiebedrijf en staat nu onder leiding van Adriaan Bredero. In eerste instantie heeft BBB een voorkeur voor bouwen met beton maar in de jaren 30 bouwt het bedrijf met name eengezinswoningen van steen door heel Nederland en vooral in de provincies Noord Brabant en Utrecht.

BBB is het eerste bouwbedrijf dat al onderzoek doet naar de woningmarkt. Verder besteedt BBB veel aandacht aan een zo modern mogelijke bedrijfsvoering, efficiënte bouwmethoden (en -materialen) en reclames, waarbij er gebruik wordt gemaakt van pakkende slogans en spreuken. Beter Billijker Bouwen of Steenen smelten niet (om aan te geven dat een eigen huis een goede investering is). Als extra service levert BBB ook nog tot een jaar na de aankoop gratis onderhoud van de woning.

Huizen in de Chopinstraat worden in 1935 aangeprezen met de slogan Bloemen Blijheid Buiten.

Advertentie van BBB met tekening van Van der Steene, eerste zes huizen nummers 2-12, UN 1935

Nieuw is ook dat BBB als eerste bouwbedrijf een modelwoning inricht om belangstellenden een juist beeld te kunnen geven. Het Utrechts Nieuwsblad in 1931: Daardoor krijgt de eventueele kooper of huurder een juist beeld van wat een gezellig interieur vermag, want een kaal leeg huis geeft altijd een koude indruk. Het gaat in dit artikel om een modelwoning in 1931 in de Mendelssohnstraat 33, in 1932 te huur voor 42,50 gulden per maand. Maar ook de Chopinstraat 16 wordt een modelwoning. In een BBB huis wonen gelukkige mensen en In het mooie park Oog in Al BBB huizen te huur.

In een BBB huis wonen gelukkige mensen

In 1930 ontwerpt de letterkundige Albert Kuyle (pseudoniem voor Louis Kuitenbrouwer) een logo voor BBB , de drie B’s in een blauwe driehoek: Bredero’s Bouw Bedrijf. Op een grote reclamezuil vlakbij de Jaarbeurs wordt dit nieuwe beeldmerk aan de bezoekers gepresenteerd. Vanaf dat moment wordt het logo steevast gebruikt.

Deze steenen driehoek, gemetseld in den voorgevel van een huis, vertelt U dat dit een B.B.B.-huis is. Dat beteekent niet alleen: gebouwd door Bredero’s Bouw Bedrijf, (deskundig doordacht, solied), het betekent óók dat het een huis is, opgenomen in den gansch het land omspannende B.B.B. service”

De driehoekige terracotta BBB tegel van Kuyle bij de nummers 2 t/m 44 om aan te geven dat het om een BBB huis gaat.

Ook de gebouwde woningen in de Chopinstraat krijgen het logo in de gevel in de vorm van een driehoekige ongeglazuurde terracotta tegel. Bij de huizen Chopinstraat 2-12 zit de tegel aan de voorkant van de plantenbak naast de voordeur en bij de huisnummers 14-44 midden onder het erkerraam. Al deze huizen hebben ook nog eens een driehoekige brievenbus van metaal met twee kalkoenen erop. In 1934 komt Bredero ook met een eigen huisorgaan In de Driehoek, een blad voor beleggers, bewoners en makelaars.

Advertentie ter aankondiging van het nieuwe huisorgaan IN DE DRIEHOEK van BBB, De Standaard 20 juli 1934

Op de omslag van de huiskrant is de driehoek van Kuyle verwerkt in een tekening van Van der Steene. Van der Steene tekent ook de advertenties van BBB. Het huisorgaan moet zorgen voor een goede verstandhouding tussen het bouwbedrijf en de oude en toekomstige afnemers/ bewoners.

Omslag van het huisorgaan IN DE DRIEHOEK van Albert Kuyle, Utrechtse Zaken

Ontwerper Albert Kuyle is vanaf het begin in 1925 betrokken bij het katholieke literaire tijdschrift De Gemeenschap waar ook Adriaan Bredero van BBB bij betrokken is als geldschieter. Kuyle scheidt zich in 1934 vanwege zijn toenemende fascistische denkbeelden af en richt samen met onder andere zijn broer De Nieuwe Gemeenschap op. Kuyle wordt ook lid van het Zwarte Front. Hij zou zich hierbij in 1936 hebben aangesloten ook al spreken andere bronnen al van 1930. Na de oorlog wordt hij in 1949 veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf en krijgt hij een beroepsverbod. Bredero in 1946 over zijn samenwerking met Albert Kuyle: De samenwerking begon in 1930 en duurde 17 jaar en is door de tijdsomstandigheden onderbroken.

Alle woningen aan de even kant in de Chopinstraat worden in blokjes door BBB gebouwd. Het eerste blokje van zes woningen (nummers 2 t/m 12) wordt in september 1935 opgeleverd. En bij het huis zit een aardige attentie in de vorm van een tuin ontworpen door tuin architect Dirkzen uit de Bellamystraat. BBB wil een abonnementen systeem invoeren voor onderhoud van de tuinen. En als er geen voor- of zijtuin is komen er plantenbakken naast of boven de voordeur.

Eerste zes huizen mét aardige attentie, UN 9 september 1935
Bouwplan van BBB woningen Chopinstraat 2-12 uit 1935 afkomstig uit Het Utrechts Archief, Privé collectie Anton en Wietske.

Het BBB huis is comfortabel, ruim, doordacht gebouwd, en voldoet aan alle eischen, welke in dezen tijd aan een goed en gezond woonhuis mogen en moeten worden gesteld. Gunt U zelf een enkel kwartiertje in de riante woonwijk ‘Oog in Al’ en bedenkt eens rustig of niet een van deze huizen Uw ideale woning zou kunnen zijn, aldus de advertentie Bloemen Blijheid Buiten het in Utrechts Nieuwsblad van 7 september 1935.

Eerste bewoners van de huizen zijn vooral ambtenaar van beroep zoals H.Dekker op nummer 2 met vrouw en vier kinderen en P.W. de Wal op nummer 4 en H. J. Victoor op nummer 8, beide  ambtenaar bij de Nederlandse Spoorwegen.

Pagina uit het Adresboek der Gemeente Utrecht 1937 met de eerste bewoners van de Chopinstraat

In november 1935 volgt het tweede blok van 10 prachtige huizen van BBB (nrs 14 t/m 32).

UN ,19 november 1935

Zonnige woonhuizen te huur aan de Chopinstraat. Met een ruime suite, erker, vestibule, keuken, terras, 3 slaapkamers, badkamer, balkon, 2 vaste waschtafels, zolder, aangelegde voortuin, achtertuin met schuur en achteruitgang. De woningen worden te huur aangeboden voor 33,50 (zonder voortuin) tot 35 gulden per maand. En het hoekperceel voor 41,50 per maand. De tuin is al aangelegd.

Een BBB huis huren…waar de vogeltjes fluiten…en de tuin is reeds aangelegd. UN 22 november 1935

16

Nummer 16 wordt dus een modelwoning van BBB. Hier kunnen ook de sleutels worden opgehaald voor de andere huizen. Eerste bewoners in dit huis zijn Anton Erwich en Maria Gielen met hun zes kinderen , waaronder dochter Ria Erwich, geboren in 1936. Ria  gaat naar de Anthoniusschool in de J.P. Coenstraat. In de jaren 1943/44 loopt zij daar altijd heen met haar buurmeisje Mimi Dekkers. Mimi woont in een pleeggezin bij haar oom en tante in de Chopinstraat. Als de brug over het Merwedekanaal dicht is lopen ze over de smalle planken bij de sluisjes. Mimi later: Dat was heel eng. En Ria was een ondeugend meisje. Dan riep ze bv opeens: rennen anders valt er een bom op je hoofd, en dit was dan helemaal niet waar. Ook herinnert Mimi zich dat er geen vitrage voor de ramen hing bij de familie Erwich. Bijzonder voor die tijd want, aldus Mimi, iedereen stond altijd achter de vitrage te loeren. De moeder van Ria overlijdt al op zeer jonge leeftijd (39 jaar) in 1950. Vader Erwich hertrouwt en daar willen de kinderen niets van weten en gaan daarom al vroeg het huis uit.

Kinderen Erwich Chopinstraat 16 1943/ 1944 met bovenaan links vriendinnetje Mimi Dekkers en rechts Ria Erwich met bril. Foto in bezit van Mimi Dekkers, radio programma Adres Onbekend

20

Op nummer 20 woont oud KNIL onderofficier A. Coesijns. Hij is commissaris van het hoofdbestuur van de Vereniging van Oud- onderofficieren van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), Madjoe. Samen met de voorzitter van de vereniging schrijft hij namens alle leden in 1954 een open brief aan minister Luns. Het gaat om een goed pensioen voor de Indisch gepensioneerden en gelijkstelling aan het pensioen voor Nederlanders. De kwestie sleept al jaren. In 1955 vindt er een vergadering plaats in hotel Terminus in Utrecht op initiatief van de Vereniging Madjoe en de dag wordt geleid door Coesijns. Samen met een aantal andere organisaties van Indisch gepensioneerden stellen ze een actieplan op om verbetering van de pensioenen te bereiken en gelijkstelling aan de pensioenen die Nederlanders krijgen. Veel oud Indië gangers moeten rond zien te komen van een veel te klein pensioen. Prins Bernhard is vanaf 1955 beschermheer van Madjoe.  Mevrouw A. C. Coesijns -Adriaansen is pedicure en heeft een praktijk aan huis. Zij adverteert met: Vakkundige behandeling van al uw voeteuvels.

Advertentie in Contactorgaan Oranje Wijkvereniging Oog in Al 1952, 1953

24

Op nummer 24 zijn de heer en mevrouw Bouquet de eerste bewoners. Bouquet is werkzaam als opzichter bij Rijkswaterstaat. De advertentie Gevraagd Dagmeisje is uit1939.

In 1956 trekt makelaar H. G. Thijink erin met dit adres als kantoor voor vaste goederen. Hij adverteert regelmatig in de krant. De advertenties zijn uit 1956.

30

Op nummer 30 woont de sociaal democratische familie P. Baarspul- Neumann. Baarspul behaalde in 1929 zijn acte Boekhouden Middelbaar Onderwijs en gaat als leraar aan de slag . Er worden drie kinderen geboren op nummer 30. In 1959 wordt het gezin getroffen door een ramp. Zoon Manfred komt als luitenant ter zee om bij een ongeluk van een marine vliegtuig. Het vliegtuig was onderweg van Nieuw Guinea naar Nederland. Bij het ongeluk komen alle acht inzittenden om het leven. Manfred laat zijn familie in Utrecht en zijn verloofde in Amsterdam achter.

Het derde blokje van zes huizen van BBB (nummers 34 t/m 44) volgt in 1937. TE HUUR ruime middenstandshuizen aan de Chopinstraat. Prettige indeeling, voor- en achtertuin met achteruitgang. Op beide grote slaapkamers een vaste waschtafel. Huurprijs f 36,75 per maand.

36

Op nummer 36 woont de familie Schouten. Vader W.C. Schouten werkt als inspecteur bij een  levensverzekering maatschappij en zoon K. Schouten maakt er zijn hobby van om veel te sparen en te ruilen. Het gaat om Kwatta soldaatjes en om spaaracties van plaatjes en bonnen van allerlei merken van Van Houten en Bussink t/m Vim, Lux, Rinso, Sunlight en Patria. Onderstaande advertentie Wie wil ruilen? is uit 1939.

38

Eerste bewoner op nummer 38 is correspondent O.J.Dalmeyer. Hij zit ook in het bestuur van het Utrechtse Ziekenfonds. Maar hij vertrekt al snel (1938) naar Zuid Afrika en verkoopt al zijn spullen.

Daarna komt de familie B. van Zwol hier wonen.

In de oorlog (1943) trekt tijdelijk familie D.A. Ferwerda bij hen in omdat ze hun huis (dat door de Duitsers in beslag is genomen) in de Von Weberstraat 24 hebben moeten verlaten.

Utrechts Archief, dossier gevorderde gebouwen en huizen Von Weberstraat.

In de jaren 50 wordt het huis eigendom van de Vereniging voor Christelijk Voorbereidend Universitair onderwijs (christelijk gymnasium) De vereniging bezit meer huizen in Utrecht onder meer in de Grimmstraat 18. In 1961 gaat het huis (samen met Chopinstraat 28) op de vastgoedveiling van notaris Boogaard  onder de hamer. Inzet: f 26.950 , koper: W.A.Hofman uit Bilthoven .

42

Op nummer 42 komt in 1944 het pas getrouwde echtpaar C. J. Th. Schut-M. A. van der Kaaij wonen. In 1949 wordt dochter Sylvia geboren.

Sylvia trekt de slee voor haar huis Chopinstraat 42, begin jaren ’50 . Auteursrechthouder S. A. van Endt-Schut.
Moeder Schut doet de was met de hand in de tobbe in de achtertuin Chopinstraat 42, dochter Sylvia schrobt de tegels. Begin jaren’50. Auteursrechthouder S. A. van Endt- Schut.
Verjaardagsfeestje van Sylvia Schut in mei, in de achtertuin Chopinstraat 42 . Sylvia is de derde van rechts. Helemaal rechts zit buurmeisje Thea van Zwol van nummer 38. Auteursrechthouder S. A. van Endt- Schut.

Chris Schut is tekenleraar van beroep maar zal bekend worden als topografisch tekenaar, ook wel potlood chroniquer genoemd. Hij maakt honderden veelal zeer gedetailleerde tekeningen en aquarellen van stadsgezichten en historische gebeurtenissen. Niet alleen Utrecht is zijn werkterrein maar heel Nederland. Schut heeft een voorkeur voor architectuur. Hij maakt schetsen ter plekke die hij later thuis in de Chopinstraat achter zijn tekentafel uitwerkt. Later wordt zijn Fiat Nissan een geliefde plek voor het maken van de schetsen op locatie. Dan legt hij een plank op zijn stuur en een tekenpapier, zijn stoel gaat naar achter en kan hij aan het werk.

Chris Schut toont de verslaggever van het AD voor zijn huis in de Chopinstraat hoe hij op locatie vanuit zijn auto schetsen maakt, Algemeen Dagblad 24 oktober 1992

Vanuit zijn werkkamer schetst Schut in 1952 zijn overbuurvrouw Leutscher op nummer 45.

De overburen Leutscher Chopinstraat 45 vastgelegd door Chris Schut vanuit zijn werkkamer, 1952. Auteursrechthouder S.A. van Endt-Schut

Schut werkt veel in opdracht van dagbladen en archieven zoals Atlas van Stolk, de nederlandse geschiedenis in beeld. Zijn eerste opdracht van het Gemeente Archief in Utrecht is in 1943. De stadsarchivaris vraagt Schut het stadsgezicht van Utrecht vast te leggen voor als de stad zal worden verwoest door eventuele bombardementen. Het worden panorama’s van de stad vanaf de Jacobitoren die hij uiteindelijk in 1949 zal afmaken.

Utrecht naar het zuiden vanaf de Jacobitoren, Chris Schut 1949 Afbeelding 10 in De Getekende Stad, Utrecht in tekeningen 1900-2000 van C.S.S. Wilmer.

Een bekend voorbeeld van een stadszicht dat inmiddels verandert is zijn tekening van de Neude uit 1957, nog zonder Neudeflat. Deze tekening siert de voorkant van het recent verschenen boek Neude, hart van Utrecht, april 2020. Dit boek zou bij de opening van de nieuwe bibliotheek in het oude postkantoor worden overhandigd aan zijn dochter Sylvia maar door corona werd het afgeblazen.

Schut is ook vaak te vinden bij ongelukken en rampen om deze in opdracht te documenteren. Zo legt hij Rotterdam vast in 1940 na de bombardementen van de Duitsers, Nijmegen na het bombardement van 1944, Het Bezuidenhout in Den Haag na het bombardement van de geallieerden in 1945, De Atlantikwal in Scheveningen in 1946., de Watersnoodramp in Zeeland in 1953 ,de treinramp in Harmelen in 1962 en de Bijlmerramp in 1992.

Chris Schut aan het werk bij de Bijlmerramp in 1992, foto Bert Verhoef. Atlas van Stolk.

Voor zijn 80-ste  verjaardag organiseert De Atlas van Stolk in 1992 een tentoonstelling van zijn werk (41 tekeningen) in Rotterdam. In 1994 verlaten Chris Schut en zijn vrouw na 50 jaar de Chopinstraat om in Zeist te gaan wonen. Het huis wordt te koop gezet voor f 259.000.

Te koop. Herenhuis in Oog in Al, Chopinstraat 42 in 1993. Privé archief S.A. van Endt-Schut

Er zijn honderden tekeningen van Schut bewaard gebleven in diverse archieven en ze geven een mooi tijdsbeeld. Alleen al Utrecht bezit 300 werken. Veel ervan zijn te zien in het boek De Getekende Stad, Utrecht in tekeningen 1900-2000 een boek van C.S.S. Wilmer uit 2017.

Meer over Chris Schut en zijn werk (in vooral ook Oog in Al) volgt later in een uitgebreid artikel op deze website.

44

Jan van der Bol woont met zijn gezin als eerste bewoner vanaf 1937 op nummer 44. Hij is werkzaam bij de NS. Familie Bol plaatst regelmatig een advertentie in de rubriek vraag en aanbod in het UN.

Advertentie in het UN 19 mei 1947

46

Het hoekhuis op nummer 46 is ouder dan de andere huizen in de Chopinstraat en is al in 1933 gebouwd bij de aanleg van de Beethovenlaan. Eerste bewoner in 1935 is H. van Leeuwen maar vlak na de oorlog trekt P.L.G. (Leo) Verhoef erin met zijn kruidenierszaak, later aangeduid als levensmiddelen bedrijf.

Tot het assortiment behoren verse vleeswaren, kaas en brood en banket van LUBRO. Verhoef adverteert ook met adres Beethovenlaan 34 omdat de toegang van de winkel aan de Beethovenlaan kant zit.

Foto hier boven van de winkel van L.Verhoef uit het raam van nummer 47, auteursrechthouder Pieter Oothout. Gevraagd winkelmeisje UN 18 januari 1963. Reclame L.Verhoef Beethovenlaan 34 Afdeling Vleeswaren met de aanbieding van 150 gram Ontbijtworst voor 50 cent tot 28 juni, Oranje Contact

Echtgenote Josephine Grond overlijdt in 1956 op 59-jarige leeftijd en Verhoef hertrouwt M.A. Sanders met wie hij drie zoons krijgt. Rond 1965 wordt de winkel opgedoekt en verhuizen de Verhoef’s naar de Kwartelstraat en trekt het pas getrouwde stel Gadella- Sjamaar erin.

Chopinstraat oostzijde

De eerste huizen

Aan de oneven kant  van de straat wordt de grond in blokken verkocht. De koop van de grond door de eerste belangstellenden, een driemanschap met onder meer Jos L.L. Caarls (is ook betrokken bij de koop van het bouwterrein in het middengedeelte Chopinstraat) en Joh.Meyer met hun bouwonderneming NV BeCaMe II uit Amsterdam gaat in 1931 uiteindelijk niet door omdat ze het financieel niet rond krijgen.

Aankoop bouwgrond eerste deel Chopinstraat Oostzijde (zie rode blok) door J.L.L. Caarls en compagnons gaat niet door. Aankoop prijs categorie D. NB Op de plek van de toekomstige Johan de Wittschool aan het Beethovenplein staat de Rossinistraat getekend, die is er nooit gekomen. Het Utrechts Archief.

Het betreft de bouwgrond voor de nummers 1-11. Andere kopers gaan er mee aan de haal en in 1934 ligt er een bouwvergunning en in 1935 worden de huizen opgeleverd. In de achtertuin staan houten schuren. Deze worden later vaak vervangen door betonnen. Aan de voorgevel komen plantenbakken.

5

Eén van eerste bewoners is mevrouw Venhoek op nummer 5. Haar man is bedrijfsleider bij Spruyt Hillen & Co. Per 1 maart 1935 hebben zij hun bovenwoning in de Krugerstraat ingeruild voor een heel nieuw groot eigen huis in de Chopinstraat. Mevrouw Venhoek in 1985 in ‘Wij op ons eiland’ tgv 50 jaar wonen in Oog in Al: We hadden geheel vrij uitzicht met knotwilgen voor de deur en aan de achterkant zagen we weideland. Hier vlakbij liep het knotwilgenlaantje met het witte brugje. Het Militair Hospitaal moest nog worden gebouwd. Zo ook de rest van de straat. Vanuit de voordeur keken we zo naar de Beethovenlaan. De zolderetage Chopinstraat 5 boven wordt na de oorlog verhuurd. Eerst aan een pas getrouwd stel (1950) en daarna aan twee dames b,b,h,h. (bezigheden buitens huis hebbende). Een van hen klaagt over een insluiper in 1961. Er is voor wel 100 gulden aan geld meegenomen (uit portemonnee en spaarpot) en er zijn geen sporen van braak.

7

Op nummer 7 woont na de oorlog (1947)  (de latere) hoofdcommissaris van politie H. C. (Hugo) Maat. Hij is in juli 1940 getrouwd met Maaike Oostveen.

Er worden meerdere kinderen geboren waaronder Areke (1941), Kees (1949), Maarten (1950) en Corine (1955). Dochter Areke uit 1941 komt helaas op 5 jarige leeftijd te overlijden. Zoon Kees wint op 13 jarige leeftijd in 1962 de prijsvraag van  Broekman’s beddenmagazijn op de Oudegracht.

 

Een fijne taart voor Kees Maat Chopinstraat 7 voor zijn limerick voor Broekman Bedden UN 1962

De Beudeker’s uit de Handelstraat 14 zijn achterburen van de familie Maat. De kinderen spelen bij elkaar in de tuin via het achterom gangetje. Ed Schulte, stiefzoon van Beudeker herinnert zich ‘’oom Hugo’’ nog goed en zijn moeder heeft nog lang contact gehouden met de familie Maat. Ed: Achter ons woonde de familie Maat. De achterpoort deuren tegenover elkaar, ik herinner me niet dat ik daar ooit door de voordeur binnen ben geweest 😉 Op die leeftijd heetten de buren waar je veel mee om ging altijd oom en tante. Volgens mij hadden ze drie kinderen, twee jongens en een meisje die Corine heette en een rood koppie haar had. En ja, als buren waren ze goed bevriend, op alle verjaardagen waren ze present. 

Corine Maat en haar broertje uit de Chopinstraat 7 voor het huis van de familie Beudeker in de Händelstraat. Foto van kleuren dia 1960. Auteursrechthouder H.C. Beudeker.

Maat is in 1938 bij de politie begonnen als inspecteur en maakt in de jaren daarna carrière bij de politie. Op 3 november 1940 redt hij twee drenkelingen uit de Catharijnesingel waarvoor hij de bronzen medaille van het Carnegie heldenfonds ontvangt. Tijdens de oorlogsjaren wordt het voor Maat steeds moeilijker om te blijven functioneren en moet hij uiteindelijk in 1944 onderduiken vanwege zijn anti-nationaal socialistische houding en wordt ontslagen.

Na de oorlog wordt hij weer in dienst genomen en krijgt dan de taak een politieschool op te richten. Hierna doorloopt hij vele afdelingen en functies tot hij in 1964 hoofdcommissaris wordt. In die jaren spreekt hij op voorlichtingsbijeenkomsten om meer te vertellen over het werk van de politie. Ook is hij 23 jaar lang bestuurslid van de afdeling Utrecht bij de Bond voor Hogere Politie Ambtenaren.

In 1963 is Maat 25 jaar bij de politie in dienst.

Bij de rellen op het Herderplein in 1965 (zie ook het artikel Herderplein 1955-1965 op deze website) komt Maat een kijkje nemen samen met commissaris H.W. Offers.

Op inspectie bij het Herderplein nalv de rellen in juni 1965 met links Offers en rechts Maat achter het stuur. Utrechts Nieuwsblad 31 mei 1965

Maat staat bekend om zijn gevoel voor humor en om zijn oog voor intermenselijke verhoudingen.

In 1979 neemt Maat afscheid in Tivoli i.v.m. het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Hugo Maat zal voortaan vaker op de tennisbanen van Inunda en in het botenhuis van Viking aan de Keulsekade te vinden zijn. Bij Viking zit hij van 1969 t/m 1976 in het bestuur.

Afscheid Maat in 1979, artikel uit het archief van Ed Schulte

Uiteindelijk verlaat het echtpaar Maat in de tweede helft van de jaren 70 de Chopinstraat om in de Radboutveste aan de Stationsstraat, het nieuwe Hoog Catharijne, te gaan wonen.

11

Na Van Heusden (directeur van een betonfabriek) komt al snel de familie Hessing op nummer 11 wonen. P.L. Hessing (geboren in Arnhem 1901) is algemeen secretaris en later landelijk voorzitter van de Orde van Goede Tempelieren (OGT) , een geheelonthouders organisatie ter bestrijding van drankmisbruik. Motto: Niet drinken, niet schenken en wijzen op de ellendige gevolgen van drankmisbruik. De Orde geeft ook boeken uit die op nummer 11 kunnen worden besteld zoals het boek Vrouwen in Nood over het alcoholmisbruik bij de vrouw en de ernstige gevolgen hiervan.

Na de oorlog wordt Hessing in 1949 in de gemeenteraad van Utrecht gekozen (PvdA) en zal daar tot 1970 blijven. Hij is een tijdlang fractievoorzitter en daarom vaak woordvoerder in de gemeenteraad namens de socialisten. Ook zit hij in tal van commissies. Hessing is soms ook plaatsvervangend wethouder en is in 1968 ook nog even wethouder met een speciale opdracht . Hij werkt in de gemeentepolitiek veel samen met zijn wijk- en partijgenoot wethouder Van der Vlist (zie ook het artikel Hendrik van der Vlist op deze website).

Hessing werkt daarnaast sinds 1919 bij de Spoorwegen in Utrecht en wordt daar later chef van de spoorweg verbindingen. In 1959 is hij 40 jaar in dienst. Daar wordt veel aandacht aan besteed en ook zijn 82-jarige moeder is van de partij. Op de receptie in het NV Huis komen ook veel gemeentelijke politieke kopstukken hem de hand schudden. In 1966 gaat hij met pensioen, hij is dan 47 jaar in dienst geweest en is het jaar daarvoor geridderd met een lintje in de Orde van Oranje Nassau.

P.L.Hessing 40 jaar bij de Nederlandse Spoorwegen, UN 14 november 1959

Het tweede blok: een blokje prachtige woningen

18 woonhuizen nummers 13 t/m 47

Al in 1931 toont architect en makelaar in onroerende goederen Jos L. L. Caarls van de Amsterdamse straatweg (later Pieter Nieuwlandstraat 49) belangstelling voor het kopen van het bouwterrein tussen de Robert Schumannstraat en de Beethovenlaan.

UN 29 april 1930

Hij doet dit namens bouwondernemer H. J. Beuks uit Amsterdam. De gemeente kent 4 tarieven voor de verkoop van grond op het bouwterrein Oog in Al. A = 18 gulden , B = 17 gulden, C = 16 en D = 15 gulden per vierkante meter (minimaal). De Chopinstraat oostzijde valt (net als de overkant van de straat) onder D, minimaal 15 gulden maar het wordt uiteindelijk 16 gulden per vierkante meter.

Jos Caarls koopt namens H.J.Beuks het bouwterrein voor het tweede blok van 18 huizen in de Chopinstraat voor 16 gulden per M2. Dit is meer dan de categorie D ten minste voorschrijft nl 15 gulden per M2. Het Utrechts Archief.

Beuks wil voor dit doel een bouwonderneming oprichten HenJac (naar zijn voornamen Hendrik Jacob) maar hij krijgt het niet rond en de gemeente wil eerst meer duidelijkheid. Zijn nieuwe bouwonderneming NV Beuco III (NV Bouw Exploitatie  en Handelsmaatschappij) koopt uiteindelijk de grond. Beuks heeft maar liefst 5 ondernemingen in het leven geroepen Beuco I t/m V en van allen is hij de directeur. Zo koopt hij b.v. met Beuco I, II en V huizen aan de Burgemeester van Tuylkade, nrs. 108 t/m 140.

Advertentie van H.J. Beuks met zijn bouwonderneming aan de Burg. van Tuylkade , geinspireerd door de B’s van BBB? UN 3 april 1935

Beuks is niet zo trouw in het afbetalen van de rente na de aankoop van andere bouwterreinen in de stad en de gemeente wil pas verder zaken met hem doen als hij de openstaande rekening van 784,42 gulden tegelijk overmaakt met het ondertekenen van de voorlopige koopacte voor grond in de Chopinstraat. De datum wordt nog een paar keer opgeschoven maar uiteindelijk ligt er dan een voorlopige koopovereenkomst op naam van H. J. Beuks op 27 februari 1934. Het gaat om 2071 vierkante meter en de prijs daarvoor is 33.136 gulden.

Voorlopige koop acte van de gemeente met H.J. Beuks voor het bouwterrein van 18 huizen in het middenstuk van de Chopinstraat Oostzijde, Het Utrechts Archief

Beuks verklaart dat hij binnen drie maanden zal beginnen met de bouw van huizen. De huizen zijn al in 1933 ontworpen door architect Jos Caarls, maar ze staan er nog steeds niet. Maar er komt een nieuw verzoek voor uitstel van de kant van Beuks.

De eerste vijf huizen die uiteindelijk worden gebouwd zijn de nummers 13 t/m 21 in november 1934. De grond van het perceel van huizen 17 en 19 wordt verkocht aan Jan Boer, arts uit de Mendelssohnstraat 28 en nummer 15 aan Mejuffrouw Maria Wilhelmina Dina van den Briel, huishoudster op hetzelfde adres als Jan Boer.

De bouw van de tweede rij van zes huizen volgt in maart 1935, het gaat om de huisnummers 23, 25, 27, 29, 31 en 33. De datum van de definitieve koopakte schuift inmiddels weer op en wordt nu 1 juni 1935. Voor die datum moet Beuks zijn schulden aan de gemeente hebben voldaan. Omdat Beuks niet reageert wil de gemeente een andere koper gaan zoeken en de voorlopige overeenkomst met Beuks ontbinden. Maar een paar maanden later komt Beuks alsnog over de brug en de definitieve koop van de grond vindt op 1 december 1935 plaats. Beuks verkoopt nummer 29 en 31 in juli 1939 aan Van Schaik uit Maarssen en nummer 33 wordt in 1940 verkocht aan A. Smit die het meteen doorverkoopt aan Th. N.Temming. Beide heren moeten een verklaring ondertekenen met de gemeente dat de voortuin tuin blijft alwaar een kleine vergoeding tegen over staat van 0.64 cent (voor de voortuinen van nummer 29 en 31) en 0,16 cent voor de voortuin van nummer 33 per jaar. De huizen 23, 25 en 27 blijven in het bezit van Beuks en worden voor 112,50 per maand verhuurd. In 1942 gaat Beuks zelf op nummer 25 wonen.

Beuks gaat het financieel niet redden en na huisnummer 33 is het geld op. Voor de laatste rij van zeven huizen (35, 37, 39, 41, 43, 45 en 47) gaat de gemeente november 1936 in zee met Jan Wildschut bouwondernemer aan de Beethovenlaan.

Wildschut koopt de grond groot 716 vierkante meter op 12 januari 1937 voor 11.456 gulden. Hij bouwt de huizen naar oorspronkelijk ontwerp van Jos Caarls die dit ontwerp destijds al voor Beuks had gemaakt. Op de tekening uit 1935 gaat het nog om 8 woonhuizen maar Wildschut bouwt er zeven (vanaf nummer 35).

Bouwtekening van 8 woonhuizen (worden er 7) van Jos Caarls 31 juli 1935 gemaakt voor H.J.Beuks maar wordt Jan Wildschut, Het Utrechts Archief

Wildschut verkoopt het perceel bouwterrein en het toekomstige huis van nummer 35 al voor de bouw aan Peter Zijp dierenarts uit Maartensdijk en een perceel bouwterrein voor het toekomstige huis nummer 37 aan D.H.P. (Dirk Hendrik Pieter) Landsmeer.

Jan Wildschut bouwt nummer 35 t/m 47 en verkoopt 35 en 39 direct door , Het Utrechts Archief 1937

Als de huizen klaar zijn verkoopt Wildschut de huizen die dan nog in zijn bezit zijn (37, 41, 43, 45 en 47) op 1 september 1937 aan Amstleven, NV Amsterdamsche Maatschappij van Levensverzekering aan de Nieuwe Spiegelstraat in Amsterdam. Amstleven gaat de huizen verhuren.

Jan Wildschut verkoopt 5 huizen aan Amstleven in 1937, Het Utrechts Archief

Zowel Beuks als Wildschut als Amstleven moeten de gemeente steeds plechtig beloven dat de als voortuin aangemerkte grond, in dit geval van nummer 45 en 47, ook echt als voortuin wordt gebruikt, voor een bedrag van 0,52 cent per jaar voor beide tuinen.

Verklaring van Jan Wildschut over de voortuinen van nummer 45 en 47, 19 juni 1937. Het Utrechts Archief

Beuks treedt in 1940 af als directeur van de NV’ s Beuco I, II en V.

19

Eerste bewoner op nummer 19 is Dr. Arie Jan Haagen Smit. Geboren in Utrecht, studeert Wis- en Natuurkunde en promoveert in 1929 op het gebied van de organische scheikunde op het onderwerp ‘’sesquiterpenen’’

Studentenalmanak Rijksuniversiteit Utrecht 1936 met de spreekuren van hoogleraren waaronder Haagen Smit Chopinstraat 19

In april 1937 vertrekt hij  met zijn gezin uit de straat omdat hij als hoogleraar aan de slag gaat in Pasadena, California USA. Haagen Smit heeft jarenlang (van 1927 t/m 1936) in het bestuur van de roeivereniging Viking (met botenhuis op de Keulsekade nabij de Munt) gezeten en heeft hier samen met anderen in 1934 een jeugd roeiafdeling opgezet. Dit werd een groot succes. Jongeren van 14 t/m 17 jaar konden voortaan elke zaterdagmiddag en woensdagavond komen roeien voor 7,50 gulden per jaar.

Na de familie Haagen Smit woont mejuffrouw Nel van Schaik met haar ouders enkele jaren op dit adres. Zij voert vanuit huis het secretariaat van de Vereniging voor Rooms Katholieke Slechthorenden. Haar vader H.J van Schaik heeft een sigarenhandel.

Nel van Schaik secretariaat Vereniging RK Slechthorenden in het blad De Grondwet , 20 september 1938

In de oorlog worden Hendrik (Henk) de Heus en zijn vrouw Emmy de Heus Schipp en hun twee kinderen de nieuwe bewoners. De Heus werkt sinds 1928 als onderwijzer aan de Nederlands Hervormde Gemeente School op de Laan van Nieuw Guinea. Ook Emmy is onderwijzeres. De Heus sluit zich tijdens de Duitse bezetting aan bij de verzetsbeweging LO ( Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) en wordt het wijkhoofd van de afdeling Utrecht Stad. In augustus 1944 wordt hij verraden en opgepakt en overgebracht naar de gevangenis op het Wolvenplein. Daarna komt hij in kamp Vught terecht. Op Dolle Dinsdag 5 september 1944 en de dag erna wordt het kamp in alle haast ontruimd. Op 6 september wordt Hendrik de Heus gefusilleerd in het bos bij kamp Vught. In juni 1945 leeft de echtgenote van Hendrik de Heus nog steeds in onwetendheid over het lot van haar man, hetgeen blijkt uit de volgende advertentie in het Parool van 23 juni 1945.

Oproep van Emmy De Heus-Schipp in het Parool 23 juni 1945

Na de oorlog wordt er een monument opgericht op de fusilladeplaats bij kamp Vught met daarop ook de naam van Henk de Heus.

23

Op nummer 23 zijn Gottlieb Hausel en Elisabeth Horst de eerste bewoners. Gottlieb is procuratiehouder bij de Rotterdamsche Bankvereniging, kantoor Utrecht op het Oudkerkhof 11. Er worden twee zonen, Max en Kees, geboren die naar de Johan de Wittschool gaan. In 1938 neemt Gottlieb plaats in de Oudercommisie van de school als secretaris. In juni 1945  pleit de Oudercommissie (correspondentieadres Chopinstraat 23) voor snelle teruggave van de school (na inbeslagname door achtereenvolgens de Duitsers Canadezen en de Binnenlandse Strijdkrachten) zodat de kinderen niet langer meer naar scholen buiten de wijk hoeven. Ze gaan al 3½ jaar te voet naar andere scholen. Er gaat een handtekeningenlijst rond en veel ouders ondertekenen de oproep de school weer vrij te geven voor onderwijs. In november 1945 gaat de school weer open. De oudercommissie biedt de school namens alle ouders in juli 1946 het beeldje de VREDE aan van beeldhouwer Pieter d’Hont. Het stelt een meisje voor met een (vredes) duif. Dit beeldje heeft daarvoor in Park Sonsbeek gestaan en op een tentoonstelling in Denemarken en staat nu nog steeds in de hal van de school.

Uit Jubileumboek Johan de Wittschool , Jaap Dirks 2013

Gottlieb overlijdt in 1958 op 57-jarige leeftijd. Zoon Max is actief in de tafeltennisvereniging Onder Ons en woont later nog een tijd in de buurt van de Spinozabrug.

25

Nummer 25 wordt de eerste jaren verhuurd aan de Joodse familie Kramer. Erich Kramer (1893) is met zijn vrouw Ruth Wagner (1907)  en zoon Walter (1929) in mei 1936 vanuit Dusseldorf naar Utrecht  gevlucht. Hij is koopman van beroep en vestigt in de Chopinstraat 25 de Utrechtse Kleefstoffenfabriek EKU. Hij handelt in gom en lijmen.

Telefoonnummer en adres van de Kleefstoffenfabriek van Kramer in het Utrechts Volksblad 10 mei 1939

Walter gaat naar de Johan de Wittschool op het Beethovenplein. In 1941 moet hij van school af net als alle andere Joodse kinderen en gaat dan naar de Joodse school in Ondiep.

Lijst met namen van Joodse kinderen waaronder Walter Kramer uit de Chopinstraat 25 die van zijn school op het Beethovenplein (Johan de Witt) naar de Joodse school moet in 1941, Het Utrechts Archief

Op 7 november 1942 wordt de familie aan huis in de Chopinstraat opgepakt en op transport gezet naar Westerbork. Buurtgenoot Willem Smit uit de Johannes Brahmsstraat herinnert zich Walter met zijn zwart krullend haar. Willem: Hij had een soort superstep, een step met een tandrad,  waar hij vrolijk op los reed ook al was fietsen voor Joden al verboden. Dat gaf hem in onze ogen een bijzondere status. Op een dag werd de familie opgehaald. De hele buurt kwam jammerend naar buiten, omhelsde hen en zwaaide hen in tranen uit.

Walter Kramer, foto geplaatst door familielid op YadVashem website.

De familie Kramer verblijft bijna twee jaar in kamp Westerbork en dat is lang. Mogelijk heeft dit te maken met het volgende dat een vriendje van Walter, Gerrit de Vries ( 1931)  uit Maarssen zich in 2021  kan herinneren: Meneer Kramer was een hoge militair geweest in de WO1 en had vele militaire onderscheidingen, waaronder een speciaal sabel, dat hem was uitgereikt door de Duitse keizer. Meneer Kramer heeft lang gedacht, dat door deze prestaties en onderscheidingen hij veilig zou zijn. Toen zij inmiddels al in kamp Westerbork zaten, is meneer Kramer daar nog een keer weg geweest (…) Hij is toen bij mijn ouders thuis het voor hem waardevolle sabel in bewaring komen brengen. Dat sabel werd verstopt in de kruipruimte, waar ook van m’n vader al twee karabijnen lagen, die hij mee naar huis had genomen na de capitulatie van Nederland (…). Mijn moeder heeft toen, uit angst voor een huiszoeking, het sabel en de geweren aan een buurman gegeven, die ze goed zou verpakken en zou laten afzinken in de Vecht. Na de oorlog hebben ze nog tevergeefs gezocht naar dit pakket in de Vecht. Het kan zijn dat het er nog steeds ligt, maar het kan ook zijn dat de buurman iets anders heeft gedaan met hetgeen hem in bewaring is gegeven. Misschien is dit sabel wel in iemands bezit en weten ze niet goed wat het is of van wie het is geweest.

Met één van de laatste treinen uit Westerbork op 4 september 1944 wordt de familie Kramer alsnog naar Theresienstadt gedeporteerd. Theresienstadt is een doorgangskamp en tevens getto in Tsjechië alwaar voornamelijk Duitse en Oostenrijkse Joden worden ondergebracht.

De familie Kramer  verblijft er zo’n drie weken en Erich wordt als eerste van het gezin op 29 september 1944 naar Auschwitz afgevoerd als nummer 836. Ruth en Walter volgen op 1 oktober  als nummer 1260 en 1261.

Drie kaarten uit de Carthotheek van de Joodsche Raad van de oud kampbewoners in Westerbork , Erich Kramer, Ruth Kramer- Wagner en Walter Kramer met de aantekening dat ze op 24 mei 1944 nog in Westerbork verbleven. Daarna zijn ze op 4 september 1944 naar Theresienstadt vervoerd en tenslotte naar Auschwitz.

Walter wordt meteen na aankomst vermoord, Erich op 3 januari 1945. Ruth wordt naar andere kampen overgebracht en ze wordt  als dwangarbeidster in een fabriek tewerkgesteld. Zij overleeft de oorlog. Volgens de vriend van Walter, Gerrit de Vries, vertrekt ze na de bevrijding gelijk naar Israël. Gerrit de Vries in 2021: Vanuit Marseille of vanaf een schip vanaf Marseille naar Israël heeft mevrouw Kramer mijn moeder nog een brief geschreven. Mijn moeder heef me die voorgelezen. Er stond ook in, dat ze helemaal niets meer van Europa wilde weten en daarom naar Israël vertrok’.

Toch keert Ruth uiteindelijk terug naar Nederland en doet daarbij ook nog een keer de Chopinstraat aan. Zij krijgt in 1953 de Nederlandse nationaliteit en trouwt met Felix Oswald in 1959. Maar ze wordt opnieuw weduwe en trouwt in 1965 Willy Berg in Zürich. Als Ruth Berg-Wagner deelt ze twee foto’s van Erich Kramer en haar zoon Walter met het Yad Vasham archief, op de foto zet ze een pijl bij Erich en op een briefje schrijft ze: Erst Lager Westerbork (Holland) 1942 Februar bis 1944, dann 3 Wochen Theresienstad, dann Auschwitz August 1944. Ruth wordt 86 jaar en overlijdt in Zurich in 1993.


Nadat de familie Kramer is opgepakt komt Beuks, de bouwondernemer, zelf eind 1942 op nummer 25 wonen met vrouw en twee kleine kinderen. Dochter Emmy is in 1940 in Zuilen geboren en hoort pas veel later over de familie Kramer. Achteraf snapt ze de vondst van een emmer met dikke witte vloeistof in de kelder. Ze dacht dat het plaksel was om te behangen maar het is achtergebleven lijm van de kleefstoffenfabriek van Kramer. Emmy: We hadden ook diverse witte zakken met inhoud in de schuur, die er jaren gelegen hebben. Dat heeft nu alles een betekenis gekregen. In 2020 worden er voor de deur twee stolpersteine geplaatst voor Erich en Walter.

Tijdens de oorlog houdt Beuks een tijdje een koe in het schuurtje in de achtertuin. Ze hebben het niet breed. Eind juni 1944 wordt Beuks opgepakt en gevangen genomen i.v.m. illegaal radiobezit. Hij moet daarvoor een straf van 8 maanden uitzitten op het Wolvenplein. De familie onderhoudt het gezin. Beuks is de gemeente nog steeds rente verschuldigd van de koopsom van de aangekochte grond in de Chopinstraat. Maar de gemeente maakt er geen werk van want er valt even niet zo veel te halen bij Beuks. Pas vele jaren na de oorlog wordt deze schuld alsnog op hem verhaald.

Bericht in het Utrecht Archief over de financiële omstandigheden van H.J, Beuks die op dat moment in de gevangenis zit wegens illegaal radio bezit en nog een schuld bij de gemeente heeft, 13 october 1944

In 1955 krijgt Beuks de opdracht van de gemeente om een noodgebouw voor Tivoli te bouwen op het Lepelenburg.

Het houten noodgebouw Tivoli Lepelenburg van bouwondernemer H.J.Beuks HUA 800339, foto G.J. Lauwers , 1955

Dit ‘’tijdelijke Tivoli’’ blijft tot in 1959 eigendom van Beuks, de gemeente huurt. Daarna koopt de gemeente Tivoli van hem voor 910.000 gulden.

UN 25 juli 1958

De familie Beuks blijft nog lang in de Chopinstraat wonen. Hieronder twee foto’s van de achtertuin(en) in de jaren’60.

Moeder Beuks met kleinkind in de achtertuin van Chopinstraat 25 ca 1965, Auteursrechthouder E. Beuks
Zomer in de achtertuin van de familie Beuks met kleinkind Chopinstraat 25 , ca 1965 met een doorkijkje naar de tuin van de buren op nummer 27 van de familie Nieuwenhuizen. ”Tante” Rie zit in de ligstoel (Emmy Beuks: we zeiden toen altijd Oom (Huug) en Tante (Rie) tegen de buren) en op het hekje zit Sonja Detiger. Auteursrechthouder E. Beuks

33

De eerste huurders van nummer 33 zijn de uit Griekenland afkomstige C. Psoma en E. Panayolides.

Psoma is bontbewerker en heeft samen met zijn compagnon Chiotakis een bontzaak genaamd Maison IPA in de Zadelstraat (later Janskerkhof).

In 1942 verhuizen ze naar de Brahmsstraat 48 en daar wordt in maart hun dochter geboren. Maar ze hebben de enorme pech dat hun huis in de Brahmsstraat per 1 mei 1942 in beslag wordt genomen door de Duitsers. Ze moeten noodgedwongen hun huis met de baby verlaten en wonen tijdelijk in de Corneillelaan 16. Na de oorlog keren ze terug naar de Brahmsstraat en zullen hier nog jaren lang blijven wonen. Maison IPA bestaat tot 1988.

De laatste zeven huizen

De grond voor het laatste blokje van zeven huizen wordt door de gemeente na het failliet van Beuks dus verkocht aan Jan Wildschut in 1936 voor dezelfde 16 gulden per vierkante meter. In het bouwplan van 1935 voor de huizen staat: De fundamenten zijn van rood of Belgische steen. Het trasraam van klinkers. De gevels hardgrauw, de dakbedekking pannen en mastiek, de terreinafscheidingen: schuttingen of draad met palen, de binnenmuren van kalkzandsteen en de overige binnenscheidingen van drijfsteen, de schoorstenen aan de binnenkant van kalkzandsteen en buiten hardgrauw. De vloeren van hout, de balconvloeren van beton. Per twee percelen komt er een beerput, bij nummer 45 en 47 in de voortuin en bij de overige nummers in de achtertuin.

Wildschut’s bouwbedrijf, een bekende bouwer van honderden woningen in Oog in Al, gaat dit rijtje woningen bouwen in de Chopinstraat. In december 1936 plaatst Wildschut de advertentie: Wij gaan weer bouwen! Deze keer in de Chopinstraat. Kom eens praten. De huizen kunnen per stuk gekocht of gehuurd worden  voor zelfbewoning maar beleggers kunnen ook hun geld beleggen in een heel blokje huizen.

Advertentie Jan Wildschut UN 25 januari 1936

Wildschut’s bouwbedrijf is opgericht door Jan Wildschut in 1914. Begin jaren ’30 vestigt hij zich in de Beethovenlaan op nummer 3.

Kop briefpapier Jan Wildschut Beethovenlaan 3 in Utrechts Archief, correspondentie over de Chopinstraat

Hij heeft al huizen gebouwd in de Beethovenlaan, Joh Brahmsstraat, Von Weberstraat (1935) en nu dus in de Chopinstraat. De huizen zijn per 1 juni 1937 gereed. Een blokje prachtige woningen aldus Wildschut in de advertentie, inclusief dubbele erkers, een kapstok, parapluiebak en kruidenrek. Koop: f 5350,- Huur: f 36,00 per maand.

De 7 huizen van Jan Wildschut in de Chopinstraat per 1 juni 1937 te koop voor 5350 gulden of te huur voor 36 gulden, mét parapluiebak, UN 24 april 1937

In 1937 verhuist Wildschut’s bouwbedrijf naar de Von Weberstraat 30/ hoek Beethovenlaan. Na de oorlog komt er een kantoor bij op de Dantelaan 80 en vanaf 1958 vestigt het bedrijf zich op de Leidseweg 93A. In 1944 wordt het bedrijf uitgebreid met zoon G A Wildschut. In 1958 krijgt Jan Wildschut op 75- jarige leeftijd een lintje uit handen van burgemeester De Ranitz. Het UN: Op aandrang van een van de voorgangers van burgemeester De Ranitz, burgemeester Fockema Andreae, heeft de heer Wildschut indertijd een begin gemaakt met de ontsluiting van de wijk “‘Oog in Al” (…) Ook op maatschappelijk terrein heeft Wildschut veel werk verricht zo is hij ondermeer jaren lang actief bij de Nederlands Hervormde Gemeente in o.a. Oog in Al. 

Wildschut adverteert in de jaren ’30 voor huizen in Oog in Al met In de wijk der toekomst (1935), In de mooie woonwijk Oog in Al (Von Weberstraat 1935), Haast U zich toch naar Oog in Al (1935 Von Weberstraat)


Wij gaan weer bouwen (Chopinstraat en Von Weberstraat)

Heeren zijt niet karig (Von Weberstraat 1935)

35 en 39

Wildschut verkoopt nummer 35 en 39. Nummer 35 wordt gekocht door Pieter Zijp dierenarts uit Tuindorp. Het gaat om een heerenhuis met schuur.

Utrechts Archief : Pieter Zijp koopt nummer 35

Nummer 39 wordt in 1937 gekocht door D.H.P. Landsmeer en hij  zal hier lange tijd blijven wonen. Hij werkt als directeur bij de NV papierwarenfabriek en papiergroothandel Adolf Meier op de Oudegracht 28. Mede directeur is E. Gezang van de Dantelaan. Adolf Meier is in 1898 opgericht en Landsmeer begint hier zijn carrière in 1915. In 1965 is hij 50 jaar in dienst en dat wordt gevierd in restaurant Esplanade op het Lucas Bolwerk. Daar horen ook cadeaus bij voor de jubilaris, een TV van mede-directeur Gezang, een radio namens het personeel en een kofferschrijfmachine van de commissarissen.

UN 29 november 1965

37

Na de oorlog komt Alida Heukels-De Jong op nummer 37 wonen met één van haar dochters. Zij is de weduwe van verzetsman Wolter Heukels, ‘’Oom Henk”. In de oorlog wonen zij op de Oudegracht 112 in een dienstwoning in het hoofdpostkantoor. Wolter Heukels werkt als opzichter bij de PTT en hij legt in de oorlog een illegaal telefoonnet aan bij hem thuis. Zo kan het verzet met elkaar blijven communiceren en hebben ze contact met de geallieerden in het reeds bevrijde zuiden. Er worden telefoongesprekken van de Duitsers afgeluisterd over troepen- en materiaal verplaatsingen en met deze informatie worden zeker 60 treinen door sabotage of bombardementen door de geallieerden onklaar gemaakt. Op 16 oktober 1944 wordt Heukels  door de Sicherheits Dienst gearresteerd. Heukels springt van zijn balkon naar beneden maar de vluchtpoging mislukt en hij breekt beide benen. Medeverzetsman en collega Leendert Lans van de PTT wordt de dag erna opgepakt. Heukels en Lans worden overgebracht naar Amsterdam. Heukels komt eerst in het ziekenhuis terecht en daarna in de beruchte gevangenis aan de Weteringschans. Op 22 januari 1945 worden Heukels en Lans op het terrein van de Jaffa machinefabriek op de Groeneweg in Utrecht doodgeschoten als represaille voor een bomaanslag op de fabriek waar zij geen weet van hadden. Na de oorlog komt er een monument voor hen in de Niasstraat en wordt er een straat naar Wolter Heukels vernoemd. Postuum krijgt Heukels in 1948 het verzetskruis. Mevrouw Heukels woont tot haar dood in 1993 in de Chopinstraat. Het echtpaar had drie kinderen. Zoon Gerrit Jan zat ook in het verzet. Na de oorlog werd er niet meer over de oorlog gesproken in de familie. Maar het trauma bleef.

Terugblik op de verzetsdaden van Wolter Heukels in Utrechts Nieuwsblad van 21 januari 1948

43

Jan en Janke Bausch-Kruger zijn de eerste bewoners op nummer 43. Zij huren het huis van de Amsterdamsche verzekeringsmaatschappij. Jan en Janke (geboren in Heerlen)  trouwen in oktober 1940. Jan woont voor zijn huwelijk in de Schubertstraat. Hij is opzichter en heeft bouwkunde gestudeerd aan de middelbare technische school in Den Bosch. Hij komt oorspronkelijk uit Zutphen. In 1942 wordt Jetty geboren en er zullen nog twee kinderen volgen Myra en Menno. Jan en Janke zijn zeer betrokken bij de buurt en worden net zoals veel andere bewoners lid van Burgerzin en Wijkbelang de Oranje- en  Wijkvereniging van Oog in Al. Jan zit jaren in het bestuur en organiseert onder andere in 1963 de autorally waar 38 auto’s aan mee doen. De tocht voert langs Vleuten, Harmelen, Montfoort, IJsselstein en Jutphaas weer terug naar de wijk. Met onderweg allerlei opdrachten. De heer Bröker wordt eerste en Brouwer tweede. Het echtpaar Bausch blijft nog lang in de straat wonen ook als de kinderen al lang de deur uit zijn. Na het overlijden van Jan Bausch verhuist Janke na ruim 55 jaar Chopinstraat naar de Wartburg.

Foto van Janke (Bausch) Kruger uit 1932 voor de net opgeleverde Rietveldhuizen in de Robert Schumannstraat 1932, Auteursrechthouder J. Koppen

45

De eerste bewoners van Chopinstraat 45 zijn Jacob Leutscher en Geesje Alina Leutscher-Strating in 1937. Zij komen oorspronkelijk uit Hoogeveen. Jacob en Geesje zijn daar 10 mei 1928 getrouwd en wonen na hun komst naar Utrecht eerst nog in de Mendelssohnstraat 14. Ze krijgen in totaal zeven kinderen, allemaal meisjes. Dochters Femmy (1928), Marie (1929) en Berta (1930-2020) zijn nog in Hoogeveen geboren. Dochters Corry (1934) en Winnie (1936 – 2022) worden in de Mendelssohnstraat geboren en dochters Hennie (1940) en Gea (1943) in de Chopinstraat. Drie dochters slapen er in de Chopinstraat op zolder en vier op de voorkamer in stapelbedden.

Net Meisje voor dag en nacht gevraagd, brieven naar Hoofd der School, Leutscher Chopinstraat 45, UN 22 april 1942
De zeven dochters v l n r Corry, Marie met Hennie, Winnie, Berta en zittend Femmy met Gea op schoot. Auteursrechthouder Gea Leutscher
De familie Leutscher in de achtertuin bij de openslaande deuren. De jongste dochter Gea bij haar moeder op schoot. Auteursrechthouder: Gea Leutscher
Op de slee voor nummer 45, winter 1954. Zittend: jongste dochter Gea Leutscher met daarnaast haar zus Hennie. Plonie (een dochter van oudere zus Berta) trekt aan het touw. Auteursrechthouder: Gea Leutscher

Jacob Leutscher is onderwijzer en wordt in Utrecht in 1932 hoofd der school van de gereformeerde lagere school de Jhr. Mr. H.M.J. van Asch van Wijckschool bij het Majellapark. Deze school gaat uit van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Christelijke scholen op gereformeerde grondslag. Ook in Drenthe was Leutscher al hoofd van de school in Alterveer bij Hoogeveen.

De Asch van Wijckschool in de Louis Couperusstraat is een kleine school. Leerlingen uit die tijd noemen het een strenge maar ook fijne school. Meester Leutscher  geeft zelf les in de 6e klas, de klas die opleidt voor de HBS. In 1953 komt er een ULO-school naast de lagere school. Ook gereformeerde kinderen uit Oog in Al gaan naar de Van Asch van Wijckschool.  Ze moeten daarvoor een eind lopen en lopen er vaak samen in groepjes heen. Ook de kinderen Leutscher horen daarbij, zij zitten op school bij hun vader. Philip (Flip) Freriks en zijn broer zijn er ook leerling in 1950. Aangifte van nieuwe leerlingen en sollicitaties van onderwijzers gaan allemaal naar het huisadres van Leutscher Chopinstraat 45.

De Standaard 12 september 1939

Op dit adres zijn ook kaarten te koop voor ARP-bijeenkomsten of je kunt je er aanmelden bij verkiezingen als je slecht ter been bent voor vervoer naar het stembureau ( maar dan moet je natuurlijk wel van plan zijn om op de ARP te stemmen…)

Kaarten van 25 cent te koop oa in de Chopinstraat 45 voor een openbare vergadering van de ARP in Utrecht op 3 juni 1952, UN 24 mei 1952

Leutscher is ook betrokken bij de plannen voor een protestants christelijke lagere school in Oog in Al, de Valeriusschool in de Johan Winnubstlaan (1957).

Willem Smit uit de Joh Brahmstraat herinnert zich in 2003 meester Leutscher als schoolhoofd als een zeer ongenaakbare man voor wie iedereen het in zijn broek deed. Maar toen hij hem eind jaren 70  nog eens tegenkwam in de Pnielkerk was hij heel aanspreekbaar en vertelde Leutscher dat hij zo genoot van de ouderensoos in de Pnielkerk en wel vooral vanwege het biljart daar. Het was een aller gezelligst gesprek aldus Smit en dit stemt hem milder over zijn oude schoolhoofd.

In 1960 gaat Leutscher met pensioen en volgt er een feestelijk afscheid in het Oranjehuis op de Nieuwekade. Oud leerlingen zamelen geld in voor een afscheidscadeau, het wordt een werphengel. Er worden stukjes opgevoerd en feestliederen gezongen.

Feestelijk onthaal van Leutscher en zijn echtgenote bij zijn afscheid op 65 jarige leeftijd van de Asch van Wijkschool, UN 16 juli 1960

Het jaar erop krijgt Leutscher op Koninginnedag een lintje van burgemeester De Ranitz en wordt hij Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In 1968 zijn Jacob en Geesje 40 jaar getrouwd en dit wordt gevierd met een feestelijke receptie in Chalet Den Hommel.

Het echtpaar Leutscher is 40 jaar getrouwd en viert dat in Chalet Den Hommel, Trouw 27 april 1968
Het echtpaar Leutscher bij de voordeur bij het huwelijk van dochter Hennie op 22 juli 1971

Op 78 jarige leeftijd overlijdt Geesje in 1980. Jacob Leutscher blijft tot zijn dood in 1982 in de Chopinstraat wonen, hij wordt 87 jaar. Er wordt een rouwdienst gehouden in de Pnielkerk op de Lessinglaan. Drie kinderen zijn naar Canada geëmigreerd.

De zeven dochters voor de laatste keer bijelkaar voor het ouderlijk huis in mei 1982 na het overlijden van hun vader. V l n r Marie, Gea, Corry, Hennie, Berta, Winnie en Femmy. Auteursrechthouder Gea Leutscher

In 1982 zet Delta Loyd (opvolger van Amstleven) het huurhuis te koop als redelijk onderhouden tussenwoning. Vraagprijs 125.000 gulden.

47

Op 2 september 1937 trouwen Cees Vogelpoel en Deliana van Wijk en komen in de Chopinstraat op nummer 47 wonen.

UN september 1937

In 1938 wordt dochter Henny geboren. In 1941 is Deliana opnieuw in verwachting en tot grote verrassing van iedereen komt er na dochter Jolanda nog een meisje te voorschijn, het is Ineke. Het blijkt een twee eiige tweeling te zijn. De meisjes worden twee dagen later op 9 augustus 1941 gedoopt door Ds. Beerens in de Vredeskerk in Lombok.

Wandelen langs het Amsterdam-Rijnkanaal, moeder ‘Dea” Vogelpoel met oudste dochter Henny naast de kinderwagen met daarin de tweeling uit 1941 , links Jolanda en rechts Ineke. Op de foto hieronder de tweeling Ineke en Jolanda in de achtertuin van nummer 47. En in 1943 wordt de kinderwagen te koop aangeboden. Auteursrechthouder van de foto’s Pieter Oothout.

Na de oorlog wordt er in 1948 nog een tweeling geboren en deze keer zijn de ouders wel op de hoogte van hun komst. Een jongen en een meisje, Willem en Leonie. Het gezin is nu compleet.

De vijf kinderen Vogelpoel waaronder twee tweelingen op de bank Chopinstraat 47. Auteursrechthouder Pieter Oothout.
Feest (Koninginne- of Bevrijdingsdag) in de Chopinstraat met de tweeling in feestkleren voor Chopinstraat 47. Links Ineke en rechts Jolanda. Bij de familie Bausch op nummer 43 hangt de vlag uit. Auteursrechthouder Pieter Oothout.

Cees Vogelpoel volgt eerst de Handelsschool en ULO in Utrecht en kan via een colloquium doctem veel later ook rechten studeren aan de Universiteit van Utrecht. Vanaf 1929 gaat hij bij de universiteit werken, eerst als schrijver tweede klas en vanaf 1935 bij de pedel (‘pedèl’), het inschrijvingsbureau van de universiteit en wordt hij hier uiteindelijk hoofd van het bureau. Hij start met 4 collega’s en dit zullen er uiteindelijk meer dan 50 worden.

Cees Vogelpoel pedel Universiteit van Utrecht , Het Vaderland 24 juni 1935

Er wordt wel gesproken over Het bureau van Vogelpoel. Het bureau regelt alles vanaf de inschrijving van de studenten tot en met de oraties, promoties en andere plechtige evenementen zoals lustrums aan toe.

Studentenalmanak Rijks Universiteit Utrecht 1948

Bij een promotie loopt de pedel in toga voorop met de universiteitsstaf en aan het einde slaat hij met zijn staf op de grond en roept ‘’hora est’’ , de tijd is om.

Cees Vogelpoel in toga op de Universiteit, auteursrechthouder Pieter Oothout.

In de oorlogsjaren is Vogelpoel binnen de universiteit betrokken bij het verzet.

Door zijn werk heeft Vogelpoel heel veel contacten binnen de universiteit met hoogleraren en studenten en daarnaar gevraagd in een interview in het UN in 1956 zegt hij dat hij niet meer zonder dit werk en alle contacten die daarbij horen zou kunnen. Vogelpoel zit ook in de redactie van het personeelsblad Solaire Reflexen. Als de rector magnificus van de universiteit (dhr. Seekles)  in 1958 vertrekt, bedankt hij met naam en toenaam Vogelpoel voor de goede samenwerking.

In september 1966 komt Cees Vogelpoel op  54- jarige leeftijd onverwacht te overlijden. In april was hij nog de spil bij de viering van het 66 e lustrum. De verhuizing van de universiteit naar de Uithof maakt hij niet meer mee. In 1967 herdenkt de scheidend rector magnificus Hulst Cees Vogelpoel als hoofd van het studenten inschrijvingsbureau en pedellen. Mevrouw Vogelpoel blijft achter en zal tot halverwege de jaren’90 op nummer 47 blijven wonen, in totaal zo’n 55 jaar.

Mevrouw Vogelpoel in de erker Chopinstraat 47. Auteursrechthouder Pieter Oothout.

49

Het huis op de hoek Chopinstraat Beethovenlaan nummer 49 dateert van 1935. Het huis is tegelijk met het rijtje woningen om de hoek aan de Beethovenlaan gebouwd. Hier vestigt A. van Linge in juni van dat jaar zijn eigen tandartspraktijk. Hij woonde tijdens zijn studententijd als student tandheelkunde al in de Mendelssohnstraat (1932) en later in de Händelstraat. Hij wordt tijdens zijn studie lid van het Corps. Hij trouwt C. H. van Asselt en samen betrekken zij de woning bij de praktijk.

UN 22 juni 1935

Van Linge houdt vanaf 1939 elke dag spreekuur maar niet op zaterdagavond en als hij op vakantie is staat er in de krant dat hij afwezig is en door wie hij wordt vervangen. Zoon Hans wordt in 1941 geboren. Mevrouw van Linge doet vrijwilligerswerk en collecteert voor de jaarlijkse TBC Collecte.

In 1951 wordt de praktijk uitgebreid met tandarts W. van Barneveld die tot dan toe op de Goethelaan woont. Hij betrekt samen met zijn kersverse echtgenote M. de Vente de tandartswoning bij de praktijk en zal jaren later de praktijk helemaal overnemen. Er worden twee kinderen geboren Pieter en Christel  (Christel zal later in de voetsporen van haar vader treden en heeft van 1979 tot 2015  een zelfstandige tandartspraktijk in de Noltheniusstraat).

Veel bewoners herinneren zich ‘’de tandarts op de hoek’’.

51

Het hoekhuis Chopinstraat 51/Beethovenlaan is in 1934 gebouwd als onderdeel van een bouwplan van zeven huizen aan de Beethovenlaan uit 1933 ontworpen door bouwondernemer Jan Vermeulen of Jan Vermeer (handtekening is niet goed te lezen). Alleen krijgt dit hoekhuis een voordeur aan de zijkant en komt daarmee in de Chopinstraat te liggen evenals trouwens de hoekhuizen nummers 46 en 49 aan de overkant.

Bouwtekening Chopinstraat 51 uit 1934 van het hoekhuis mét garage. Privé collectie Jo en Margreet.

De weduwe van P. M. Dikkenberg komt er wonen. Na haar overlijden in 1938 trekt haar ongehuwde dochter er in. G.J.M. (Geertruida Janneke Martha) Dikkenberg. Zij is al sinds 1924 apothekeres van het filiaal van apotheek Koert in de Kanaalstraat 194 / hoek Palembangstraat. Hier woont ze ook tot aan haar verhuizing naar de Chopinstraat.

De apotheek van Koert Kanaalstraat 194 met apotheekhoudster Geertruida Dikkenberg uit de Chopinstraat 51. HUA 824004 1930-1935

Ze vraagt voor haar woning in de Chopinstraat een dienstmeisje om haar te helpen in het huishouden bij een dame alleen.

UN 14 juni 1941

Geertruida is lid van de VVAO, de Nederlandse Vereniging van Vrouwen met een Academische Opleiding, met als voorzitster  Marie Tellegen van de Maliebaan (met als verzetsnaam Dr. Max in de oorlog,  zie ook het artikel van Hendrik v. d. Vlist op deze website bij het Bureau voor  Psychotechniek, alwaar zij in het bestuur zat).

Inschrijving van nieuwe leden van de VVAO waaronder G.J.M Dikkenberg uit de Chopinstraat 51 in het blad Meededelingen 1 juli 1938

In 1949 is Geertruida 25 jaar apotheker in de Kanaalstraat. Ze wordt die dag stevig in de bloemetjes gezet.

G.J.M Dikkenberg 25 jaar apotheek houdster, UN 19 juli 1949

Ze woont tot aan haar onverwachte overlijden op 81 jarige leeftijd, 13 november 1973,  in de Chopinstraat. Ze laat een zus en broer achter.

Laatste deel van de Chopinstraat in de jaren’50

Het deel van de straat tussen de Beethovenlaan en de Palestrinastraat met de latere Dominicuskerk (1951) blijft nog lang onbebouwd. De bewoners in de straat kijken tot dan toe uit op weilanden en groen. Op een foto van Nico Jesse uit 1942 in het Utrechts Archief is dit nog goed te zien. Zie: Foto Chopinstraat 1942

Bij de foto: Het zomerse straatbeeld op de foto ziet er vredig uit met glazenwassers en de kar van Melkhandel van Gent uit de Händelstraat. In werkelijkheid is het oorlog en heeft Nico Jesse de opdracht gekregen van het gemeentearchief om het dagelijks leven in de stad Utrecht vast te leggen voor het geval er bombardementen komen. Jesse doet voor zijn beeldverslag van de stad ook Oog in Al aan. De foto is een afdruk van een dia,  in kleur, heel bijzonder voor die tijd.

Na de oorlog zijn er wel plannen voor dit derde deel van de straat maar deze worden niet gerealiseerd. Eén van die plannen dateert van november 1949 en voorziet in de bouw van een houten hulpschool met twee klassen voor de openbare Montessori kleuterschool aan het Beethovenplein. Dit gaat niet door.

De eerste huizen die in dit deel van de straat worden gebouwd zijn nummer 53, 55 en 57. Bouwondernemer J. Berger vraagt voor deze particuliere bouw steun aan en ontvangt daarvoor 732 gulden rijkspremie per jaar. In september 1950 zijn de woningen gereed.

53

De eerste bewoners van nummer 53 zijn banketbakker Theo Vesseur en zijn vrouw. Vesseur heeft 40 jaar een banketbakkerij gehad in de Biltstraat en was jarenlang actief in de Banketbakkers Vereniging maar hij moet het de laatste tijd rustig aan doen. De advertenties zijn uit 1939 (Maasbode) en 1932 (Adresboek 1932):

Ze verhuizen van de Biltstraat naar dit nieuwe huis in de Chopinstraat maar al kort na de verhuizing komt Theo Vesseur onverwachts te overlijden. Zijn echtgenote en de kinderen blijven er voorlopig wonen.

UN 8 oktober 1951

Zeven meter breed

In augustus 1951 worden er meer plannen ten uitvoer gebracht. Het betreft de bouw van een complex woningen aan de Handelstraat, Palestrinastraat Von Weberstraat en Chopinstraat. Bouwer is NV MUB voorheen Gebroeders Godijn uit Zeist. Een nieuwe naam want de Gebroeders Godijn zijn na de oorlog veroordeeld omdat ze veel werk voor de Duitsers hebben verricht. In Oog in Al b.v. hebben ze de bunkerbouw in Park Oog in Al uitgevoerd.

De NV MUB prijst de woningen aan als een prima en veilige belegging want: de huizen worden op een goede stand gebouwd met prima materiaal, ze zijn van een solide constructie en voldoen aan alle moderne eisen. Geschatte kosten 22.500 tot 28.500 gulden. In het najaar van 1952 wordt er gestart met de bouw in de Chopinstraat.

Volkskrant 8 september 1951, Complex woningen van NV MUB in o a de Chopinstraat

De huizen in de Händelstraat zijn allemaal al verkocht en in november wordt er een aanvang gemaakt met de bouw van huizen in de Chopinstraat. Het gaat om prima gebouwde beknopte HERENHUIZEN, zeven meter breed…. Geïnteresseerden kunnen ter plekke op het bouwterrein in de Palestrinastraat informatie inwinnen. Als koopprijs wordt nu 16.500 gulden genoemd, dit omdat er nog een Rijkspremie van de oorspronkelijke prijs af gaat. Verkopende makelaars zijn Waltmann & Co en Osnabrugge & Rijksen.

De woningen van NV MUB in de Händelstraat zijn allemaal al verkocht, er wordt nu gestart met de -zeven meter brede- huizen in de Chopinstraat, UN 1 oktober 1952
UN 25 oktober 1952

De meeste van deze huizen krijgen een betonnen dakje boven de voordeur. In de Chopinstraat gaat het om huisnummers 59 t/m 67 en 56 t/m 60. Ze komen rond  1952 / 1953 gereed.

”MUB” huis te koop UN 21 september 1963

Het bouwjaar van de huizen nummers 48 en 50 is op moment van schrijven niet duidelijk.

In 1954 worden de huizen nummer 52 en 54 gebouwd. De in aanbouw zijnde huizen worden gekocht door de NV De Vereenigde Blikfabrieken van de Kanaalweg 92 ( naast de SOL (nu Cereol) fabriek) De huur wordt 75 gulden per maand. Met het voltooien van deze huizen in 1954 in dit laatste deel van de straat is de Chopinstraat compleet.

Derde deel van de Chopinstraat gebouwd in de jaren ’50 met op de hoek nummer 51 , HUA 53048, fotodienst GAU 1991

Nawoord

In 1982 koopt Kees de Graaf een huis in de Chopinstraat, waar hij tussen veel eerste bewoners komt wonen. Het huis is tot dan toe huurhuis geweest en wordt als ‘redelijk onderhouden’ te koop aangeboden. En suite deuren, oude loden waterleidingen, geen centrale verwarming, keuken met kruidenrek, een bakkelieten kastje voor de radio distributie, boiler in de badkamer, drie zelf getimmerde slaapkamers op zolder, toegangshekjes in de voor- en achtertuin, voorzien van grind, een groot kolenhok in de schuur en een volle beerput in de voortuin. Door omwonenden  wordt hij steevast De Jongeman (30 jaar) genoemd. Als hij er niet is en er komt bezoek voor hem dan weten de overburen te melden dat hij niet thuis is. Hij is net weg hoor. De heggen aan de voorkant van de straat gaan er geleidelijk uit, dit tot verdriet van omwonenden. Maar er wordt wel een berk geplant, waarop een buurman zegt: tja, een boom in de voortuin… dat geeft wel veel bladeren op de stoep….Er komt geen vitrage voor het raam maar wel het affiche van de demonstratie tegen kernwapens.

Foto Kees de Graaf, Chopinstraat 45 met affiche Geen nieuwe kernwapens in Europa, demonstratie 29 oktober 1984

Als hij als man de ramen buiten schoon maakt heeft hij veel bekijks. Over de lage schuttingen aan de achterkant praten de buren met elkaar via zijn tuin. Ook boven het lage hekje in de poort worden nieuwtjes uitgewisseld met passanten.

In de poort tussen huisnummer 47 en 49 kan je nog de restanten zien van het distributiekastje van de draadomroep van de Gemeentelijke Radio Distributie (GRD) te Utrecht. Via een kabel (draad)  over de poort  kwam de radio uit de muur in alle huiskamers.

Het perkje in het middenstuk van de straat is in de jaren’60 verdwenen. Er zijn veel auto’s voor in de plaats gekomen. De straat wordt éénrichtings verkeer. Wel staan de voor-en zijtuinen er veel fleuriger bij met ook bomen. En als er een straatfeest wordt gehouden verdwijnen alle auto’s voor één dag uit het straatbeeld. Op de hoek van de Chopinstraat- Beethovenlaan is nog altijd een tandartsenpraktijk gevestigd.

Foto Anna Wits , Italiaans Straatfeest (met was in de straat), 1999. Weer even geen auto’s in de straat….

Met dank aan Sylvia van Endt-Schut, Emmy Beuks, Kees de Graaf, Pieter Oothout , Oscar van Groot Battavé, Jo & Margreet, Tinus Coppens, Corrie Sizoo, Ed Schulte, Ran van Reedt Dortland, Gea Leutscher en Willy Hagemans.

Bronnen.
Foto bovenaan: Sylvia Schut van nummer 42 begin jaren ’50 op de step bij het bloemenperkje in het midden van de Chopinstraat. Auteursrechthouder  S.A. van Endt- Schut.
Adres Onbekend NPO radio 5. Oproep  van Mimi Dekkers in 2021 die op zoek is naar haar buurmeisje Ria Erwich uit de Chopinstraat 16  in de oorlogsjaren.
Adresboeken der gemeente Utrecht 1935, 1937 en 1940 en Naamlijst Interlocale Telefoondienst   1941 t/m 1950
Atlas van Stolk Rotterdam
Bredero’s Bouwbedrijf 1921-1947, Bettina van Santen, Rozenberg Quarterly
De Getekende Stad, Utrecht in tekeningen 1900-2000, C.C.S. Wilmer. Utrecht 2000.
Het Grote Gebod, gedenkboek van het verzet in LO en KP, Deel 1, Hoofdstuk 1, B. De provinciale geschiedenissen der LO ; LO Utrecht en de Betuwe, Kees Bouwer
Een jaren dertig huis Laura Roscam Abbbing Uitgeverij Het dochterhuis 2014
Eeuwboek Viking op roeimuseum.nl
Het Utrechts Archief : dossiers Chopinstraat , leerlingen Joodsche School en door de Duitsers  gevorderde gebouwen en huizen
Joodsmonument.nl
kampwesterbork.nl
Nationaal Monument Kamp Vught
Oranje Contact, officieel orgaan van de Oranje Vereniging Burgerzin en Wijkbelang Oog in Al, Utrecht, jaargang 1952 en 1953
Parool, Zo authentiek en overal glas in lood, Kees van Unen, 8 jan 2021
Studentenalmanak Utrecht 1936, 1937 en 1950
Tegels op locatie, Vrienden Nederlands Tegel Museum
Utrechts Nieuwsblad jaargangen 1923-1966
Utrecht in Verzet 1940-1945, T.Spaans-van der Bijl, Utrecht 2005
Utrechtse jeugdherinneringen bij een afscheid, Willem Smit, Hilversum 2003
Wij op ons eiland 6 maart 1985
yadvashem.org

Dit vind je vast ook leuk

Een reactie op “De Chopinstraat en haar eerste bewoners”

  • Hella Záborszky-Jansma · Edit

    Prachtig deze uitgebreide verslaglegging en zo kwam ik ook weer eens onze tandarts van Barneveld tegen..!!

    Wij woonden in de Dickenslaan gedurende een jaar of twaalf en genoten van de prettige omgeving .
    De bibliotheek en De Gruyter en het Oog in Al park!!

    Reply
  • Fantastische recherche, bijzonder interessant om te lezen. Jeugdherinneringen komen met een glimlach tot leven. Heel erg bedankt.
    Emmy Beuks

    Reply
  • Rita van der Vorst · Edit

    Leuke reportage . Kwam ook daardoor weer in de jeugdherinneringen Ik ben geboren in 1947 in de Handelstraat. Heb op de Johan de Wittschool gezeten en heb daar gewoond tot ik ging trouwen.

    Reply
  • Leuk, weer een stukje alledaagse geschiedenis. Een aantal genoemde mensen hebben we gekend. De tandarts kende natuurlijk iedereen.
    Het zou zomaar kunnen dat de schrijfster in de Chopinstraat woont…?

    Reply
  • Wat een leuke jeugdherinnering. Veel bekende namen . Ook leuk te weten wie er in1935 als eerste bewoners in ons huis woonde. We hebben altijd gedacht dat in ons huis iemand van de bouwmaatschappij (BBB) had gewoond, want er was een badkamer ingebouwd. Dat was niet in alle huizen zo. Het rijtje Chopinstraat 2-12 was als belegging eigendom van het Pensioenfonds van de Gist-en Spiritusfabriek in Delft en de huizen zijn in de jaren 70 successievelijk verkocht. Dank voor alle moeite om deze info te verzamelen.

    Reply
  • Wat een ontzettend leuke reportage en bijbehorende foto’s
    Veel (jeugd) herinneringen komen weer boven.
    Dank voor deze mooie site, ik heb enorm genoten.
    Vriendelijke groet, Gea Leutscher

    Reply
  • Harold Nieuwenhuizen · Edit

    Ik kom het verleden van mijn vader en Opa en Oma weer tegen, de verhalen van mijn Opa worden nu weer levendig, wat een mooie geschiedschrijving en reportage, mijn Opa en Oma waren destijds eerste bewoners van Chopinstraat 27, de Heer en mevrouw H.A.A. Nieuwenhuizen en zoon Arnold Nieuwenhuizen. Ik heb misschien nog wat aanvullingen die wellicht interessant zijn. Harold Nieuwenhuizen Breukelen

    Reply

Laat een antwoord achter

Uw emailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *