De familie Schmidt van de LUBRO

De vijf zonen van Gerrit Schmidt, oprichter van de LUBRO brood –en banketbakkerij, wonen vlak voor de oorlog tot begin jaren 60 op loopafstand van elkaar in Oog in Al. De broers komen uiteindelijk allemaal in de leiding van de LUBRO terecht. Het gaat om Kees, Piet, Gert, Ad en Tjerk Schmidt. Kees woont in de Robert Schumannstraat 37, Piet in de Händelstraat 18, Gert eerst op de Beethovenlaan 11 en daarna op de Lessinglaan 68, Ad op de Joseph Haydnlaan 67 en Tjerk op de Lessinglaan 60. Er zijn ook twee zussen en ook jongste zus Leny komt na haar huwelijk met chirurg Jan Tissink in 1954  in de wijk wonen op de Von Kleistlaan 1 III. Maar zij heeft geen functie binnen de LUBRO. Ook dochter Anna Maria (1912-1952) blijft buiten het bedrijf en woont met haar gezin in Bergen op Zoom. Binnen de LUBRO worden de zonen aangesproken met meneer Kees, meneer Piet, meneer Gert, meneer Ad en meneer Tjerk.

Vader Gerrit en moeder Leuntje Schmidt-Molenaar wonen vlakbij op de Leidseweg 65c, in de buurt van de broodfabriek in de Abel Tasmanstraat en de banketbakkerij in de J. P. Coenstraat in Lombok.

De LUBRO groeide in de jaren zestig van de vorige eeuw uit tot het grootste particuliere brood- en banketbedrijf van Nederland met export over de hele wereld. In 1919 was de LUBRO opgericht door drie bakkers uit Lombok. Van deze drie is Gerrit Schmidt al na een paar jaar de enige die overblijft en vanaf dat moment wordt de LUBRO een echt familiebedrijf.

Was je er één van Schmidt van de LUBRO , dan werd er toch wel een beetje tegen je opgekeken. Dochter Leny: Als ik me voorstelde als Leny Schmidt zeiden de mensen; Schmidt van Lubro? Dan was je opeens iets, terwijl je je dat helemaal niet realiseerde natuurlijk. Kleinzoon Theo (zoon van Piet): als ik in een winkel kwam en geen geld bij me had was het goed. ‘Oh, het is voor meneer Piet!’ zeiden ze dan. Schoondochter An (echtgenote van Tjerk) : het was een beetje een standen gevoel. En de LUBRO groeide en groeide. En we kwamen allemaal in Oog in Al. Dat was een beetje chique daar. Eigenlijk dood- chique.

Gerrit Schmidt Senior

Gerrit Schmidt (1885-1977), mede oprichter van de LUBRO, leert het vak van broodbakker bij zijn vader Cornelis Schmidt in de Bokstraat 17. Hij is de oudste van negen kinderen. Vader Cornelis was in 1888 de bakkerij begonnen. Na het bakken brengen vader en zoon samen de bestellingen naar de klanten. Eerst met een bakkerskar met hond en later met paard en wagen.

Gerrit Schmidt (links) met zijn vader Cornelis Schmidt uit de Bokstraat brengen bestellingen rond 1900-1910 bij de Dambrug met op de achtergrond de kazerne op de Leidseweg 22, beeldbank HUA

Als Gerrit 19 jaar is slaat hij zijn vleugels uit om ook het vak van banketbakker onder de knie te krijgen. Vader Cornelis is hier minder van gecharmeerd, daar gaat zijn ingewerkte hulp en mogelijke opvolger! Gerrit loopt stage bij meerdere banketbakkers. Bij banketbakker Landheer in Hellevoetssluis leert hij zijn toekomstige vrouw kennen, Leuntje Molenaar (1887-1963).

In 1909 begint Gerrit op 24-jarige leeftijd een eigen brood- en banketzaak in de Jan Pieter Coenstraat 95, hoek Ternatestraat in Lombok. Zijn vader ziet er letterlijk geen brood in maar moeder Adriana de Bie leent hem het startkapitaal van 600 gulden om de bakkerij die er al zat over te nemen. In 1951 bij haar overlijden wordt Adriana Schmidt-de Bie in de LUBRO Post (het personeelsorgaan) de grondlegster van het LUBRO bedrijf genoemd. Oudste zus Ans helpt Gerrit de eerste tijd in de winkel achter de toonbank.

Grondlegster Adriana Schmidt- de Bie. LUBRO post 1951

Het is hard werken in de bakkerij. Er worden lange dagen en nachten gemaakt. Van vrijdag op zaterdag werkt Schmidt 26 uur achter elkaar. Alles gebeurt nog met de hand, ook het bedienen van de machines. Het brood wordt in drie houtovens gebakken. Daarna wordt het met de handwagen rondgebracht. Schmidt staat ‘s morgens  om kwart voor zeven al bij zijn eerste klant op de stoep. Voor sommige klanten fungeert hij als wekker. Eén keer per week wordt er beschuit gebakken. Op vrijdag volgen de koekjes en op zaterdag het krentenbrood. Dé specialiteit van Schmidt zijn de Weense cocosmacronen. De enige in Utrecht. Er wordt gewerkt met de beste grondstoffen. De macronen zijn gemaakt van cocos, suiker en eiwit. Schmidt zou later zeggen: God en de Cocosmacronen hebben mij groot gemaakt. Ook de koekjes van Schmidt worden subliem genoemd. In zijn spaarzame vrije tijd is Schmidt actief in de gereformeerde Westerkerk (nu Bunk) aan de Catharijnekade. De ex-libris van Schmidt kent toepasselijk de tekst: Geef ons heden ons dagelijks brood.

Als de zaak eenmaal loopt trouwen Gerrit Schmidt en Leuntje Molenaar in 1910 en voortaan helpt zij mee in de winkel achter de toonbank. Leuntje draagt ook zorg voor het schoonhouden van de winkel en de bakkerij. Ze is oorspronkelijk naaister van beroep. Gerrit en Leuntje krijgen tussen 1911 en 1929 zeven kinderen, vijf zoons en twee dochters.

Een aantal dagen nadat Schmidt getrouwd is komt de eerste bakkersknecht Van der Hout op 13- jarige leeftijd in de bakkerij werken en hij zal meer dan 50 jaar bij de LUBRO blijven. Bij het 25-jarig jubileum van de LUBRO in 1944 haalt Van der Hout herinneringen op aan zijn eerste jaren bij Schmidt. Er hing altijd een geur van vers gebakken brood en brandend hout. Ik moest op 13- jarige leeftijd al mee om de klanten in de stad te bedienen. Voor in de buurt was er een grote broodwagen en voor in de stad een kleinere. In de middag hielp ik bij het bakken van de cocos macronen. In de loop van de tijd kwamen er electrische amandel – en deegmachines en heteluchtovens. Van der Hout wordt uiteindelijk 1-e chef bakker. Hij wint veel prijzen voor zijn baksels. Bijvoorbeeld voor zijn fijn krentenbrood en melkbrood in 1929. Ook is hij voorzitter van het LUBRO mannenkoor (dat bestaat sinds 1933) en later ook van het zangkoor van de gereformeerde Pniëlkerk in Oog in Al.

Prijswinnende brood creaties van de LUBRO op een tentoonstelling rond 1920-1925, beeldbank HUA

Als tweede bakkersknecht komt H.A. Hees op 17- jarige leeftijd bij Schmidt in dienst in de bakkerij in de J.P.Coenstraat. Het deeg wordt nog met de hand gemaakt. En er wordt ’s nachts gebakken en ’s morgens vroeg wordt al voor 7 uur het brood rondgebracht. Van Hees doet dat in de wijk Transvaal (Lombok). Op dat moment is dat de grootste wijk van Schmidt. Van Hees zal 44 jaar in dienst blijven en is later bij de LUBRO chef brood. Hij doet mee aan vele vakwedstrijden en wint vaak de eerste prijs. Hij wordt zelfs een keer ‘Kampioen bakker van Nederland’.

Hees en Van der Hout, bakkersknechten van het eerste uur in dienst bij Schmidt die allebei meer dan 40 jaar (Hees) en 50 jaar (vd Hout) met Schmidt zullen samenwerken, jubileumuitgave 1944

Het bedrijf groeit en de bakkerij moet worden vergroot. De familie Schmidt gaat in het huis naast de bakkerij wonen, J.P. Coenstraat 97. Het oude woonhuis op nummer 95 wordt nu in zijn geheel een bakkerij. Er werken inmiddels 8 knechts die rond de 90 uur per week werken en Schmidt zelf werkt nog wel wat uren meer.

De LUBRO

Oprichting van de LUBRO, voorheen Koetsier en Schmidt, LUBRO archief HUA

Op 27 oktober 1919 richt Gerrit Schmidt samen met twee andere bakkers uit Lombok, Jan Koetsier en Floris van Stralen, de LUBRO op. Ieder van hen heeft op dat moment een eigen bakkerij in de wijk. Samen hebben zij een start kapitaal van 250.000 gulden.

De drie LUBRO oprichters uit Lombok van links naar rechts Jan Koetsier, Gerrit Schmidt en Floris van Stralen, LUBRO archief HUA

De nieuwe broodfabriek  komt in de Abel Tasmanstraat 9/ hoek Ternatestraat. Op deze plek was tot dan toe de goed lopende brood- en beschuitwinkel van Jan Koetsier gevestigd, een gerenommeerde zaak met 2 dubbele heetwaterovens en 12 knechten.

De bakkerswinkel met bakkerij van Jan Koetsier Abel Tasmanstraat 9, hier komt vanaf 1919 de LUBRO broodfabriek, beeldbank HUA

De naam van het nieuwe bedrijf wordt voluit NV Lubro voorheen Koetsier & Schmidt. LUBRO staat voor Luxe Brood en Banketbakkerij. De LUBRO banketbakkerij komt in de J. P. Coenstraat 95 (eigenlijk op de huisnummers 95-99), waar tot dan toe Gerrit Schmidt zijn bakkerswinkel had. Vanuit het souterrain komt de geur van de lekkernijen naar buiten en dat kan je op straat goed ruiken.

De LUBRO bakkerij Abel Tasmanstraat 9 in de jaren 20 met veel bezorgers, personeel en de directie op het balkon, beeldbank HUA
LUBRO bakkerij Abel Tasmanstraat 9 begin jaren 20 met broodbezorgers op een lange rij om de hoek in de Ternatestraat, beeldbank HUA

De eerste LUBRO winkels komen in Lombok.

De eerste 12 winkels van de LUBRO waarvan 4 in Lombok, in advertentie gericht aan de ‘practische huisvrouw’ die haar brood, beschuit en banket natuurlijk bij de LUBRO koopt, UN 19 januari 1923

Winkel nummer 1 komt in de Abel Tasmanstraat nummer 19. Boven de winkel woont jarenlang bedrijfschef Alkema met zijn gezin. In 1955 wordt de winkel helemaal opgeknapt en mag de kleindochter van Alkema de winkel openen. Filiaalhouder vanaf het begin is de heer Jager, die in 1959 zijn 40- jarig jubileum viert. De winkel blijft tot 1971 bestaan.

Winkel nummer 1 in de Abel Tasmanstraat 19 rond 1920, beeldbank HUA

In de oude bakkerij van Gerrit Schmidt in de J. P. Coenstraat 95 komt LUBRO winkel nummer 2.

Winkel 2 voorheen bakkerij G. Schmidt in de J.P.Coenstraat in fotoalbum LUBRO archief HUA
Winkel 2 met filiaalhoudster en personeel J.P Coenstraat rond 1920, LUBRO archief HUA

Floris van Stralen, de derde compagnon van de LUBRO, heeft een bakkerij in de Kanaalstraat 86 op de hoek van de Balistraat. Dit wordt vanaf 1919 ook een LUBRO winkel, winkel nummer 3. Hier is de heer Enderman jarenlang filiaalhouder. Hij zet zich ook in voor de winkeliersvereniging Lombok met elk jaar een winkelweek.

Winkel 3 van de LUBRO in de voormalige winkel van compagnon Floris van Straalen in de Kanaalstraat 86, fotoalbum LUBRO archief HUA
Bijdrage van de LUBRO aan de winkelweek in Lombok 1923, beeldbank HUA

De winkel van vader Cornelis Schmidt in de Bokstraat (dit is de eerste winkel buiten Lombok) wordt in 1920 LUBRO winkel nummer 4.

Winkel 4 in de voormalige winkel van de vader van Gerrit Schmidt in de Bokstraat ca 1920, beeldbank HUA
Na 32 jaar draagt Cornelis Schmidt zijn winkel in de Bokstraat over aan de LUBRO en hij beveelt de LUBRO van harte aan, UN 3 februari 1920

Op de Leidseweg 66 tegenover de J.P.Coenbrug komt winkel nummer 10 in een tijdelijke kiosk. Deze wordt later afgebroken voor de bouw van een woning op nummer 66 A en dan verhuist winkel 10 in 1931 naar de Laan van Nieuw-Guinea 110. Onderstaande foto’s van de kiosk zijn uit 1920 en 1925. De kiosk bevindt zich vlak bij het woonhuis van Gerrit Schmidt als deze rond 1927 op de Leidseweg 65c komt wonen.

De LUBRO broodbakkerij wordt een continue bedrijf met drie ploegen die elkaar afwisselen. En er komen betere en grotere  machines zoals een deegmachine en na de hout – en heteluchtovens komen er heetwaterovens Een verbouwing volgt. Al snel wordt de Abel Tasmanstraat nummer 9 te klein en wordt het aangrenzende huis op nummer 11 er bijgetrokken.

Broodbakkerij Abel Tasmanstraat met drie uittrekovens , beeldbank HUA
Broodbakkerij rond 1920, beeldbank HUA uit particulier bezit

De meelzolder staat onder leiding van Toon de Groot, de zolderbaas. Hij werkte al bij Koetsier en zou meer dan 40 jaar zolderbaas blijven. Met een later elektrische hijsinstallatie worden dagelijks honderden balen omhoog gehaald.

De meelzolder in de Abel Tasmanstraat, fotoalbum fotoatelier Nico Zomer, LUBRO archief HUA

In vier grote silo’s worden de diverse bloemsoorten vermengd tot een speciale LUBRO melange. Vanuit de 4 silo’s gaat de bloem door middel van vier stortkokers naar de deegmakerij op de verdieping eronder. Deegmakers kneden het brood eerst met de hand en worden later vervangen door kneedmachines. Daarna komt het mengsel in de deegtrommel , deegkuip en deegverdeelmachine. Dan gaat het mengsel naar de rijskasten en wordt het brood gebakken in de ovens. In 1944 heeft de LUBRO 10 dubbele heetwaterovens.

Het brood uit de fabriek wordt elke dag naar de verschillende LUBRO winkels en depots gebracht. Er komen steeds meer uitgiftepunten. Daarnaast komt de LUBRO aan de deur. Het brood wordt in broodkarren vervoerd en de bezorgers zijn herkenbaar aan hun uniform met witte jas en LUBRO pet. Broodbezorger Van Deudekom maakt jarenlang de LUBRO petten, hij was daarvoor pettenmaker geweest. LUBRO bezorgers die verzorgde kleding dragen krijgen daarvoor kledinggeld per jaar. En ‘verzorgd’ betekent een schoon wit buis en LUBRO pet.

Bezorger met witte buis en LUBRO pet met handkar, fotoalbum fotostudio Nico Zomer LUBRO archief HUA
Broodmagazijn broodfabriek Abel Tasmanstraat, elke bezorger zijn eigen plank met de bestellingen, fotoalbum fotostudio Nico Zomer, LUBRO archief HUA

In een  handkar kunnen 75 broden worden vervoerd en in de schuifbak liggen de krentenbollen en kadetjes. In het broodmagazijn staan lange kasten met rekken en elke broodbezorger heeft zijn eigen broodlade. Hierin ligt al het brood dat hij de vorige dag op zijn lijsten besteld heeft. Dit moderne magazijnsysteem is het werk van expeditie chef Jacob Alkema. Ook hij zal meer dan 40 jaar in dienst van de LUBRO blijven. Bij zijn 40-jarig jubileum in 1959 krijgt hij een radio met pickup cadeau en wordt hij geridderd door de burgemeester in de Orde van Oranje-Nassau. Alkema woont met zijn gezin tot aan zijn pensioen boven de winkel in de Abel Tasmanstraat 19.

Voor het personeel is er een eigen ruimte met toiletten en wasgelegenheid. Twee keer per week moeten ze hier verplicht in bad. Lichamelijke reinheid staat voorop!

Het schaftlokaal in de Abel Tasmanstraat, foto album fotostudio Nico Zomer, LUBRO archief HUA

Al in 1921 moet compagnon Van Stralen afhaken in verband met zijn gezondheid. De andere compagnon Jan Koetsier gaat in Zeist wonen en verlaat in 1922 ook de LUBRO. In Zeist start hij samen met de veel jongere Nico van Stralen, mogelijk een zoon van compagnon Floris van Stralen , een nieuw bakkersbedrijf onder de naam De Vlijt op de Tollenslaan aldaar.

Gerrit Schmidt Sr rond 1920 achter zijn bureau op kantoor in de Abel Tasmanstraat, beeldbank HUA

En zo staat Gerrit Schmidt er alleen voor en wordt de LUBRO vanaf 1924 een familiebedrijf. Het aantal winkels neemt een enorme vlucht, de LUBRO adverteert met winkels in alle wijken. Er zijn inmiddels 80 werknemers. De LUBRO staat bekend om zijn kwaliteitsbrood zoals Wonderwit en Zeeuws Tarwe maar ook de banketbakkerij heeft een goede naam. Schmidt houdt niet van half werk.

Advertentie ‘LUBRO’ brood , uit Utrecht in Woord en Beeld 1927
Broodbakkerij met diverse broden Abel Tasmanstraat, fotoalbum fotostudio Nico Zomer LUBRO archief HUA
Boterspritsen maken in de banketbakkerij van de LUBRO, fotoalbum fotostudio Nico Zomer, LUBRO archief HUA

De banketbakkerij is een bedrijf op zich. In de loop der jaren nemen machines het handwerk over. Amerikaanse klutsmachines staan er de hele dag schuim en beslag op te kloppen. De koekjeswals produceert een stroom aan boterkransjes. Er komt een koekjesspuitmachine die de bakplaten vult met koekjes.

Handmatig worden de taarten opgemaakt door de banketbakkers. Ook maken zij etalage stukken voor in de winkels. Bij de opening van een nieuwe winkel zijn dat de blikvangers in de etalage. En met Kerst bakken ze voor iedere winkel een kerk of grote klok. De banketafdeling doet ook vaak mee aan tentoonstellingen en wedstrijden. In de banketbakkerij is het L. Hoornstra die in 1921 in dienst kwam bij de LUBRO en er meer dan 50 jaar zal blijven werken. Hij herinnert zich goed dat de macronen van Schmidt een precies werkje waren. Dan werden er 10 of 12 pannen allemaal apart afgeroerd en verwarmd tot een speciale temperatuur. Als het zover was kwam de patroon zelf het geheim erbij doen en werden ze er allemaal met de lepel uitgeschept en o wee als er een paar te weinig uitkwamen. Maar later werden ze met de spuitzak gespoten. Nergens zag je zulke mooie macronen als bij de Lubro en ze werden door de hele stad verkocht. Ook amandelkoeken en tompoucen zijn specialiteit.

Cocos macronen en koekjes met de hand opspuiten in de banketbakkerij van de LUBRO, fotoalbum fotostudio Nico Zomer, LUBRO archief HUA

Het gezin Schmidt-Molenaar

De familie Schmidt verhuist in 1921 van de Abel Tasmanstraat naar Zeist en Gerrit Sr gaat voortaan met de tram naar Utrecht. Maar al snel blijkt dat het toch veel praktischer is om in de buurt van de LUBRO te wonen en gaat de familie Schmidt (onder luid protest van het gezin) in 1924 weer terug naar Utrecht. Ze wonen eerst rond 1925/1926 op de Prins Hendriklaan 79  en daarna wordt het adres Leidseweg 65c.

Zes van de zeven kinderen Schmidt op rij vlnr Tjerk-1922, Ad-1920, Gert -1916, Piet-1914, Anna Maria (Mies)-1912 en Kees-1911. De jongste Leny-1929 is nog niet geboren. Deze foto is waarschijnlijk nog in Zeist gemaakt voor ze weer naar Utrecht verhuisden. Auteursrechthouder Maurits Schmidt

Schmidt Sr is meteen vanaf de lagere school het bakkersvak ingerold maar voor zijn kinderen wil hij het anders, namelijk een middelbare school opleiding en daarna nog vakdiploma’s. Verder sporen de ouders de kinderen aan te sporten, vooral zwemmen, en alle zeven kinderen gaan naar de padvinderij bij de Manenborghgroep van hopman Veenstra, alwaar Sr penningmeester is. Als deze groep 25 jaar bestaat krijgen ze van de LUBRO in de persoon van meneer Piet een kamp-bakfiets in groen en gele kleuren. Het is een opgeknapte oude LUBRO bakfiets.

Piet Schmidt overhandigt in jaren 50 de kampeer bakfiets aan hopman Veenstra, LUBRO post 1950

Het gezin Schmidt is een gezellig en gastvrij gezin, vrienden zijn altijd welkom. Ook wordt er samen veel muziek gemaakt en gezongen. In de ruime achterkamer op de Leidseweg is er ruimte voor amateurtoneel van de toneelgroep Royal. Moeder Leuntje speelt ook mee en Sr is actief bestuurslid.

Het gezin Schmidt compleet in 1929. Met in het midden de twee zussen en links van hen Schmidt Sr en rechts van de zussen, Leuntje Schmidt- Molenaar. Auteursrechthouder Alice Volkers-Schmidt.

In 1935 zijn Gerrit en Leuntje 25 jaar getrouwd. De kinderen plaatsen een advertentie in het gereformeerde dagblad De Standaard ter aankondiging van een receptie aan huis op de Leidseweg op 9 april 1935. Oudste zoon Kees heeft dan al een relatie met Mien.

De Standaard 6 april 1935

In 1938 werken vier van de vijf zoons, Kees, Piet, Tjeerd en Gert in het familiebedrijf. In de jaren 50 volgt vijfde zoon Ad.

Vader en vier zoons bij de LUBRO, jubileumboek 25 jaar LUBRO 1944

LUBRO 10 jaar

In  augustus 1929 bestaat de LUBRO 10 jaar. Om dit te vieren wordt er feest gevierd met alle werknemers en hun gezinnen. Voor de echtgenotes en kinderen wordt er een autotocht georganiseerd met bezoek aan een kersenboomgaard en de werknemers krijgen een extra halve week loon. De Algemene Nederlandse Bond voor arbeiders (sters) in het Bakkerij bedrijf noemt de LUBRO de enige bakkerij in de particuliere sector die een vakantietoeslag uitkeert. Maar er werd het jaar ervoor wel geklaagd over het niet uitbetalen van overwerk. Voor de helft van het aantal overwerkuren kreeg je toen uitbetaald maar de rest moest je maar op je buik schrijven. Bij de LUBRO zijn veel werknemers lid van de bond. In de jaren 20 en 30 is de bond dan weer lovend over LUBRO, dan weer zijn er conflicten. De LUBRO doet veel voor zijn personeel in de vorm van feesten en personeelsuitjes. In het Parochiehuis in de Kanaalstraat zijn er regelmatig personeelsbijeenkomsten.

Personeelsuitje van de LUBRO met vertrek vanuit de broodfabriek in de Abel Tasmanstraat trekt veel bekijks, 1940 beeldbank HUA

Oliebollendag

LUBRO zet zich graag in voor goede doelen. Op 13 oktober 1936 worden er op één dag 100.000 oliebollen gebakken om geld op te halen voor de tuberculose bestrijding. Deze oliebollendag trekt veel belangstelling, er komen veel mensen kijken in de bakkerij in de Abel Tasmanstraat waaronder de echtgenote van burgemeester Ter Pelkwijk. Na het bakken worden de oliebollen door 25 meisjes per twee stuks verpakt in vetvrije zakjes. De zakjes worden voor 10 cent verkocht in de vele kraampjes in de stad.

Veel oliebollen verkocht, foto is bij de kraam op het Neude, UN 13 oktober 1936

Wegens succes komt er het jaar daarop in 1937 weer zo’n oliebollendag. Het Utrechts Nieuwsblad: De oliebollen zijn van den ouden stempel: degelijk, massief en toch luchtig, met krenten, rozijnen, sucade in snippers, gehuld in een blank donzen kleedje van witte poedersuiker, knappend met bruine korstjes, kortom: oliebollen! Dit jaar zullen ook de buitenwijken Oog in Al en Tuindorp worden bediend. Hier komen geen kraampjes maar een grote autobus bemand met studenten die daar de oliebollen zullen slijten. De actie brengt 3036 gulden op (het jaar ervoor 2900). Ook in 1938 en 1939 volgt er een geslaagde oliebollendag.

Drukte in de bakkerij bij het bakken van de oliebollen, Gerrit Schmidt Sr links in pak keurt de bollen, 1938, beeldbank HUA

In 1939 valt de oliebollendag midden in de mobilisatie. Er wordt opgeroepen om de gemobiliseerde soldaten te trakteren op oliebollen. De oliebollendag van 19 oktober 1940 wordt een krentenbollendag. De grondstoffen meel, krenten en rozijnen zijn voorhanden maar voor de slaolie krijgt de LUBRO geen vergunning en zonder frituurvet geen oliebollen. Maar dit is een buitenkansje: de krentenbollen zijn zonder broodbon te koop! Er komt geen rijvergunning voor de benzineauto’s om de kraampjes te bevoorraden dus dit jaar gaat het transport per paard en wagen en studenten verkopen per bakfiets in ‘’de stille buitenwijken’’ Oog in Al en Tuindorp huis aan huis. Er worden 120.000 krentenbollen door de LUBRO gebakken en verkocht voor het TBC-fonds.

Overname De Korenschoof

UN 12 februari 1938

In februari 1938 neemt LUBRO de brood- en banketfabriek  de NV Korenschoof over van directeur N.J ten Bosch. Voor veel werknemers van de Korenschoof komt de sluiting als een donderslag bij heldere hemel. De directie spreekt over ‘’bedrijfsmoeilijkheden’’ Meesterbakker de Gooijer Sr van de Korenschoof  en directeur Schmidt Sr van de LUBRO kennen elkaar goed vanuit de gereformeerde Westerkerk. Veel van het personeel van de Korenschoof wordt door de LUBRO overgenomen. Het betreft vooral het buitenpersoneel. Winkels van De Korenschoof in wijken waar geen LUBRO winkel is, gaan door onder de naam LUBRO. Ook de broodbezorgers kunnen overstappen naar de LUBRO. Op 12 februari 1938 maken ze hun laatste ronde voor De Korenschoof.

De laatste bezorgronde van broodbezorgers van De Korenschoof voordat de fabriek sluit, Kaatstraat februari 1938, beeldbank HUA

Werknemers van De Korenschoof zijn blij met de overname. Meesterbakker de Gooijer richt een eigen bakkersbedrijf op aan de Nieuwekade 22, De Gooijer’s bakkerij met enkele bakkers en 12 broodbezorgers.

Meesterbakker De Gooyer van De Korenschoof start eigen bakkerij, UN 28 oktober 1938

De meelfabriek van De Korenschoof aan de Kaatstraat blijft tot 1978 bestaan. Van de ene op de andere dag heeft de LUBRO er zo een nieuw klantenbestand, nieuwe bakkers en bezorgers bij. Het is een drukte van belang , het is passen en meten, in de bakkerij in de Abel Tasmanstraat met zoveel nieuwe mensen, dat levert de eerste dagen de nodige chaos en spanning op.

In de kerstgroet van 1938 bedankt de directie van LUBRO het personeel en wijst daarin ook op het faillissement van De Korenschoof waardoor de zaken bij LUBRO goed gaan. Wel heeft de LUBRO met de overname van De Korenschoof dringend behoefte aan een nieuwe grotere fabriek. Maar door het uitbreken van de oorlog zou dat nog tot na de oorlog duren. Pas in 1950 wordt er een nieuwe fabriek geopend op Hogenoord 1.

 

———————————————–Het verhaal over de LUBRO loopt door na ‘De vijf broers’—————————————

De vijf broers

De vijf broers in de revue bij het 50-jarig jubileum van hun vader in 1959, vlnr Kees, Piet, Gert, Ad en Tjerk. Auteursrechthouder Alice Volkers- Schmidt.

Meneer Kees,  Robert Schumannstraat 37

De ‘adjunct’

Cornelis (Kees) (1911-1978). Oudste zoon Kees wordt in de Jan Pieter Coenstraat 95 geboren en komt al van jongs af aan in de bakkerij van zijn vader. Hij volgt de bakkerij opleiding in Wageningen en rondt deze af als beste leerling. Hij is de eerste van de vijf zonen die in 1931 op 21-jarige leeftijd bij LUBRO (adjunct) directeur wordt. Hij wordt jarenlang ‘’de adjunct’’ genoemd en wordt wel als dé opvolger van zijn vader gezien. Een oud medewerker in 1959: Heel vroeg stond meneer Kees altijd al voor je neus in de bakkerij om de puntjes op de i te zetten.

Kees en Mien in de jaren 50, auteursrechthouder Alice Volkers- Schmidt

Niet lang daarna verlooft Kees zich in 1932 met Wilhelmina (Mien) Schoonman die in Park Oog in Al op nummer 2 woont. De ouders van Mien huren hier sinds 1924 de oude koetsierswoning. Haar vader is namelijk opzichter bij de plantsoenendienst van de gemeente en verantwoordelijk voor Park Oog in Al. Ook is hij zeer actief in de Koninklijke Maatschappij voor Tuinbouw en Plantenkunde afdeling Utrecht. Hij zal tot aan zijn overlijden in 1964 in Park Oog in Al blijven wonen.

Op 27 oktober 1935 trouwen Kees en Mien en gaan in de Robert Schumannstraat 37 wonen. Hier krijgen ze vijf kinderen, een dochter en vier zonen. Een meisje voor dag en nacht helpt in de huishouding. De kinderen gaan naar de 2-e Marnixschool. Zoon Wim Schmidt wint in 1959 op 10-jarige leeftijd een boek bij een tekenwedstrijd van het UN ‘’teken je eigen school”. Zoon Kees maakt wel eens de notulen bij het LUBRO directeuren overleg bij één van de broers thuis in de jaren 60, dit zijn de zogenaamde ‘praatavonden’. Oudste zoon Hans Schmidt komt na bakkersopleidingen in Wageningen en Amerika in 1963 ook in de zaak op de banketafdeling en wordt ‘meneer Hans’. Hans Loos uit de Chopinstraat speelt vaak met zoon Gert. Hans: hij bezat een kleine bakkerskar en dat was een geweldig speelobject.

Zoon Hans van Kees op klompen met de kinderbakkerskar mogelijk voor het woonhuis in de Robert Schumannstraat. Auteursrechthouder Maurits Schmidt

Kees wordt uiteindelijk directeur Brood bij de LUBRO. In zijn werkkamer in de Abel Tasmanstraat hangt zijn diploma uit Wageningen aan de muur. Begin jaren 60 vertrekt de familie uit Oog in Al naar de Wagnerlaan in Bilthoven. Het huisorgel gaat niet mee en wordt te koop gezet.

Kees stapt  in 1971 uit het bedrijf na de overname door Meneba. Hij overlijdt een jaar na zijn vader, die 91 wordt, in 1978 op 67- jarige leeftijd.

Meneer Piet, Händelstraat 18

Een warme man

Pieter Gerrit (Piet ) (1914- 1990). Hij volgt de  banketbakkersschool in Amsterdam en ontmoet Nel van der Meijden uit Zuilen en ze verloven zich in 1936. Het huwelijk volgt op 12 september 1939. Nel is de dochter van architect van der Meijden die een rijtje huizen in de Händelstraat heeft gebouwd. Piet en Nel gaan in 1939 op nummer 18 in één van de  huizen van haar vader wonen. Een broer van Nel gaat ook in een huis van zijn vader in de Händelstraat wonen en wel op nummer 14.

Huwelijk van Piet en Nel op 12 september 1939. Auteursrechthouder Alice Volkers-Schmidt.

Ze krijgen drie kinderen, Gerrit (1941), Leonie ( 1946) en Theo (1947). Piet rijdt altijd graag een Matchless motor maar verkoopt deze begin 1940 in verband met de komst van een auto. In 1946 vraagt Nel een ‘’beste hulp’’ aan huis omdat de oude hulp na 7½ jaar trouwe dienst gaat trouwen. De nieuwe hulp blijft minder lang want in 1949 wordt er opnieuw een net meisje gevraagd voor de dag in jong gezin met drie kinderen.

Nel later in een interview: We aten natuurlijk altijd brood van Lubro en het gebak was heerlijk!

Piet komt in 1938 bij de LUBRO in dienst. Hij krijgt de banketbakkerij onder zijn beheer. Van de jaren 30 herinnert Piet zich vooral de lange werkdagen en de lage lonen. Piet: vóór de LUBRO werkte ik bij een banketbakker in Amsterdam. Daar begonnen we zaterdagmorgen om 7 uur en dan mocht ik per gratie om ’s-avonds kwart over 11 weg dan kon ik de laatste trein naar Utrecht nog halen.

In de LUBRO banketbakkerij werkt hij graag mee aan het bouwen van etalagestukken en hij kan goed garneren. Oud medewerker Wink schrijft in de LUBRO Post van 1959: Meneer Piet kwam al vanaf jongs af aan in de bakkerij en stond bekend om zijn guitenstreken. Was vrolijk en joviaal en had humor. Hij was de geknipte man voor feestelijkheden en uitstapjes. Maar hij heeft je snel door, je kan geen loopje met hem nemen. Piet staat bekend als een warme man. Zoon Theo: Als het Kerst was ging hij b.v. langs bij de dienstdoende politie agenten om een banketletter langs te brengen.

Roomboterletter uit de bestellijst voor Sinterklaas 1963, LUBRO archief HUA

Meneer Piet is vaak te vinden in het glazen vertrekje gelegen tussen het magazijn en de banketbakkerij. Dit is zijn kantoor. En hij loopt veel rond in het bedrijf. Ook hier bij het banket heeft elke bezorger zijn eigen kast waar de bakkerskar mee gevuld kan worden.

Bezorgers halen hun banketbestellingen op, fotoalbum fotostudio Nico Zomer, LUBRO archief HUA

Piet maakt na de oorlog voor de LUBRO veel reizen naar het buitenland. Een van  de reizen van Piet in de jaren 60 is naar Amerika. Hij is soms maanden van huis. Nel: Toen is dat luxe brood er gekomen. Dat voorgesneden brood. King Corn! Samen met zo’n twintig andere bakkerijen introduceert LUBRO vanaf 1965 dit wittebrood uit Amerika. De betrokken bakkerijen maken dit brood naar het zelfde recept en daarom is er landelijke reclame mogelijk. King Corn wordt heel bekend. Het is lichtgewicht brood en weegt maar de helft van een gewoon witbrood. Daarnaast is het lang houdbaar en is het calorie-arm. Het enige dat je weggooit is de verpakking en het brood wordt bekend van de knijpproef, het brood blijft langer vers. En van de reclamespot Japie natuurlijk: ‘Ik ga bij Japie wonen, want daar hebben ze King Corn’. Maar er zijn ook andere reacties: het brood is te slap, te klef en smakeloos. Het Vrije Volk: dit is geen beter brood maar het gaat om het broodbereidingsproces…dat is vol automatisch. Het brood wordt via de bakkers verkocht maar ook steeds meer via de supermarkten.

De familie vertrekt rond 1960 uit Oog in Al en verhuist naar Huis ter Heide.

Zoon Theo maakt de vergaderingen van de directie van dichtbij mee. De broers vergaderen elke week om en om bij een andere broer thuis en zo komen ze ook vaak bij zijn vader Piet thuis. Theo: en dan kwamen na 1 1/2 uur vergaderen de vrouwen erbij om 21.30 voor het afsluitende kopje koffie. En over zijn opa Gerrit Sr: dat was een lieve geïnteresseerde grootvader. Maar in de fabriek kon hij streng zijn. Als het brood was gebakken, pakte hij een vers stuk en brak het in tweeën. Hij keek dan naar de structuur. Kraakte het? Was het fijn of grof, droog of nat? En was de smaak goed?  Oudste zoon Gert gaat na zijn bakkersopleiding in Wageningen ook bij de LUBRO aan de slag.

Nienke Francken uit de Beethovenlaan, waar haar vader een drogisterij had:  mijn ouders waren bevriend met Piet en Nel en mijn oudste zus tafeltenniste in de Lubro fabriek en zat bij een zoon van Kees in de klas. Vader Francken maakt foto’s van de LUBRO-winkel in de Beethovenlaan in oorlogstijd.

In 1971 stapt Piet uit het bedrijf na de overname door Meneba. Piet wordt 76 jaar oud.

Meneer Gert, Beethovenlaan 11 en Lessinglaan 68

De LUBRO ambassadeur

Gert (1916- 1990). Ook Gert komt al van jongs af aan over de vloer in de brood en banketbakkerij van zijn vader. Hij is dol op alle zoete lekkernijen. Op zijn tijd krijgt hij een koekje, snoepje, gebakje of eierkoek, gemaakt van boter, suiker, eieren en bloem onder het motto: goede voedingsstoffen voor het gestel en de spieren van opgroeiende kinderen. Gert later: Ik kom uit een echt bakkersgezin. Moeder stond vanaf de eerste huwelijksdag in de winkel en vader was altijd in de bakkerij te vinden. Wij, de jongere directeuren, zijn bij wijze van spreken achter de toonbank geboren. Ik weet nog dat vader onder het eten vaak tussendoor nog even opstond om de macronen uit de oven te halen. En als tijdens het eten de winkelbel ging, ging moeder de klanten helpen. We leerden al vroeg dat de zaak voor het gezin ging. Toen wij niet meer bij de bakkerij woonden kwam vader vaak te laat voor het eten. Hij was rechtvaardig en streng. Maar hij was er ook voor ons als het moest.  

Gert wilde eigenlijk liever rechten studeren maar komt in 1938 ook in de zaak en wordt uiteindelijk directeur Verkoop. In zijn portefeuille beheert hij ‘’winkels en wijken’’, de reclame en de export. In zijn werkkamer in de Albert Tasmanstraat hangt een grote plattegrond van Utrecht aan de muur met daarop alle wijken waar met gekleurde spelden LUBRO verkooppunten zijn aangegeven.

Kamer van Gert op kantoor in de Abel Tasmanstraat met grote kaart van Utrecht met overzicht van alle wijken en winkels, fotoalbum fotostudio Nico Zomer, LUBRO archief HUA

Gert: Ik werd in 1938 van het gymnasium gehaald om mijn vader op kantoor te assisteren. Belterman van de boekhouding vertrok toen naar HUS in Den Haag. Procuratiehouder Belterman was tot dan toe de rechterhand van mijn vader. Het is ook de tijd van de overname van De Korenschoof en daar heeft zijn vader hulp bij nodig.

Begin jaren 40 ontmoet Gert zijn toekomstige vrouw Jatie van Melle (1917-2004) . Jatie: Ik heb Gert in de trein van Utrecht naar Amsterdam voor het eerst ontmoet. Jatie werkt op dat moment als verpleegster in het kinderziekenhuis in Arnhem. De vader van Jatie is bekend van de Van Melle snoepfabriek, later bekend van de Fruittella en Mentos. Deze was ooit begonnen als bakkerij in Breskens met ook de verkoop van suikerballetjes. Hier in Breskens is Jatie geboren.

Ze verloven zich op 9 september 1941 (in dezelfde week als jongste broer Tjerk op 4 september). De receptie is bij de ouders van Gert op de Leidseweg 65 C. Op 16 december 1942 trouwen ze in Breskens. Gert en Jatie gaan op de Beethovenlaan 11 wonen. Dit is tegenover de LUBRO winkel op nummer 10. In de oorlog worden ze goed bedeeld met meel van Schmidt en suiker van Van Melle. Na de oorlog worden hier drie kinderen geboren: Janneke (1943), Gert (1946), op zijn geboortekaartje staat ‘’Gert van Gert van Gert geboren’’ en Karel (1948). Daarna verhuizen ze naar een hoekhuis op de Lessinglaan 68 in dezelfde wijk Oog in Al.

Gert en Jatie rond 1941. Auteursrechthouder Alice Volkers- Schmidt

Tijdens haar huwelijk legt Jatie zich meer en meer toe op tekenen en schilderen. Al tijdens haar werk in het kinderziekenhuis in Arnhem maakt ze schetsjes van de kinderen en zet ze haar patiëntjes aan tot tekenen. Jatie is autodidact maar volgt lessen bij Tjomme de Vries, Sam le Poole, Henk Schellevis en bij ‘Kunstliefde’ in Utrecht. Zij doet meerdere jaren mee aan de Kunstmarkten op het Neude. In 1956 debuteert zij met eigen werk in kunstzaal Wagenaar Achter St Pieter 5 De expositie wordt geopend door C. A. Schilp. De krant noemt het een aantrekkelijk debuut van tekeningen, gouaches, borduurwerk en plastieken.

Nieuw Utrechts Dagblad 8 oktober 1956

In datzelfde jaar doet ze met enkele werken mee aan een expositie van leden van de Kunstliefde, waaronder ook Dick Bruna. In 1957 en 1958 koopt de gemeente werk van haar. In 1957 maakt ze een muurschildering in de kantine van de nieuwe LUBRO fabriek aan de Hogenoord. Samen met Eppo Doeve zit ze in juni 1962 in de jury van een landelijke tekenwedstrijd voor kinderen waarbij de 15- jarige Jacob Bardega uit Oog in Al/ Halve Maan de eerste prijs wint voor zijn ‘’vissen’’ tekening. Jatie haalt ook de landelijke pers met een expositie met 4 andere vrouwelijke leden van het schilder- en tekengenootschap Kunstliefde in juni 1962. De expositie wordt geopend door Harriët Freezer, journaliste en feministe.

Vijf dames exposeren, met boven op de trap Jatie Schmidt-van Melle, UN 19 mei 1962

Jatie geeft ook nog 6 jaar lang vrije-expressie-lessen (schilderen) aan scholen in Utrecht waaronder de Valeriusschool en de 2-e Marnixschool in Oog in Al. Neefjes en nichtjes (kinderen van de broers van Gert) krijgen daar les van haar. Eén van haar leerlingen wint de hoofdprijs bij een internationale tekenwedstrijd van de UNESCO in 1956. Het is leerlinge Lydia van der Kolk van de Calderonlaan. Ze krijgt al jaren les van Jatie.

In 1961 verhuizen Gert en Jatie naar een Rietveldhuis, ontworpen in 1960/1962 door Gerrit Rietveld aan de Wagnerlaan in Bilthoven. Deze woning krijgt de naam HUIS SCHMIDT naar de eerste bewoners Gert en Jatie. Rietveld bouwt in die tijd meerdere villa’s in De Bilt. In 1962 wordt de eerste praatavond op dit adres gehouden.

Het Rietveldhuis, ‘Huis Schmidt’, aan de Wagnerlaan in Bilthoven van Gert en Jatie, 1962 beeldbank HUA

Als de kinderen groot zijn volgt er rond 1970/1971 een scheiding. Jatie gaat in Zaltbommel wonen en exposeert werk voortaan onder haar eigen naam Jatie van Melle. Gert gaat naar Zoelen en gaat op De Heeskamp wonen.

Gert maakt veel reizen voor de LUBRO naar het buitenland. Zo gaat hij in 1955 naar Moskou.

UN oktober 1954

Hij bezoekt daar een grote moderne bakkerij die perfect georganiseerd en gemechaniseerd is. Er wordt maar één soort brood gebakken voor 800.000 mensen. Het valt hem op dat 90 % van alle werknemers vrouw is. Ook in het openbare leven ziet hij veel vrouwen aan het werk. Verder wordt hij de hele reis goed in de gaten gehouden en voelt hij zich onvrij. In 1962 gaat hij met een groep bakkers uit de EEG  naar de Sovjet Unie voor een bezoek aan de meest moderne brood- en banketfabriek. Maar die krijgen ze niet te zien. Wel bezoeken ze andere fabrieken zoals de verouderde Chroesjtsjov Broodfabriek no 5 in Moskou. In datzelfde jaar bezoekt Gert ook Parijs en Duitsland. Ook gaat hij meermaals naar de Verenigde Staten. Hij wordt wel de ambassadeur van de LUBRO genoemd.

De LUBRO ‘ambassadeur’ Gert op reis, LUBRO Post jaren 50

In 1971 stapt hij uit het bedrijf na de overname door Meneba. Gert wordt 74 jaar oud.

Meneer Ad, Joseph Haydnlaan 67

De vijfde Schmidt directeur

Adriaan (Ad)(1920-1960) wordt in 1920 in de Abel Tasmanstraat geboren. De familie vertrekt kort daarna in 1921 naar Zeist. Ze wonen daar niet lang, en keren weer terug naar Utrecht waar ze uiteindelijk op de Leidseweg 65C komen te wonen. Een paar huizen verderop op nummer 86 woont de familie Maas en Ad valt op dochter Martha (Map, 1924-1989). Zij is geboren in Tanjung Pandan, Indonesië. Ze kennen elkaar ook van de roeivereniging Viking. Map is van beroep beroepskeuzeadviseur.

Ad en Map in Amsterdam, verloofd, 1944. Foto gemaakt door straatfotograaf fotoatelier Baruch, Sint Anthonius Breestraat 11, Auteursrechthouder Maurits Schmidt

Na hun huwelijk op 7 mei 1947 wonen ze de eerste jaren in huis bij de ouders van Ad, Gerrit Sr en Leuntje, op de Leidseweg 65C. Ad en Map zijn gereformeerd vrijgemaakt. Op de Leidseweg worden vier zonen Maurits (1948), Michiel (1949), Paul Peter (1952) en Marnix geboren (1954). Daarna krijgen ze een eigen huis en verhuizen ze naar de  Joseph Haydnlaan 67. Met voor de deur een lichtblauwe Ford Taunus.

Huwelijk van Ad en Map op 7 mei 1947. Auteursrechthouder Alice Volkers-Schmidt

De kinderen gaan eerst naar de Asch van Wijkschool maar na de komst van de gereformeerde Valeriusschool in Oog in Al gaan ze daar naar toe. Ze krijgen er tekenles van tante Jatie (de vrouw van oom Gert). Ook komen de kleinzoons van Gerrit Sr van jongs af aan al veel over de vloer in de bakkerij in de Albert Tasmanstraat, net zoals hun vader en ooms. Alle kleinkinderen mogen een keer een nieuwe winkel openen en in 1952 is Maurits aan de beurt . Maurits: vijf jaar was ik toen ik, uitgedost in een bakkerspakje, achter een kinderbakkerswagen met een broodsleutel de nieuwe winkel op de Marnixstraat mocht openen. En ik maar oefenen: ‘’Heden verklaar ik deze winkel voor geopend’’.

Zoon Maurits opent als bakkertje winkel 23 in de Marnixstraat, LUBRO post december 1952

In 1956 mag zijn broertje Michiel de gemoderniseerde winkel van het echtpaar Paling in de Koekoekstraat openen. Zij runnen dit filiaal al 25 jaar.

Zoon Michiel opent in 1956 de vernieuwde winkel van het echtpaar Paling in de Koekoekstraat, LUBRO Post 1956

De kleinkinderen mogen ook klusjes komen doen in de bakkerij. Maurits: op mijn zevende mocht ik broodjes komen pikken in de oude fabriek in de Abel Tasmanstraat. Zeven cent per uur. Behalve vrijdags. Dan was het te druk en kon de oude Van Hees geen kinderen gebruiken. Toen ik een jaar of twaalf was werd ik met de neefjes en nichtjes opgetrommeld om in de nachten voor Kerst appelbollen te komen afstrijken met eierstruif of om geconfijte kersen te leggen op de kerstkransjes. Prachtig vonden we dat. Maar de Arbeidsinspectie spreekt er schande van: Kinderarbeid! De familie reageert verontwaardigd.

Reclame folder met bestellijst Kerst 1963, LUBRO archief HUA

Vanaf veertien jaar is vakantiewerk toegestaan en is ook Maurits weer van de partij nu in de nieuwe fabriek aan de Hogenoord. Platen opzetten voor de gevulde koeken. Halve amandel er in drukken. Transvalen in cellofaan. In blikken. Tompoucen snijden. Slagroom snoepen met de inpakmeiden. Restjes bijelkaar kwakken voor de spoorpunten, het vreten voor scholieren in de pauze. Vanaf zijn zestiende mag hij ook bezorgen in de wijk met de bakfiets en later met de elektrokar. Nog weer later gaat hij met de VW bus langs de winkels.

Elke week bezorgt chauffeur Gijs van de LUBRO brood, broodjes, koekjes, roomboterletters, chocolade en gebak voor een week  bij de familie aan huis. In de zomervakantie gaan ze altijd vier weken naar Egmond aan Zee. De bestelbus van de LUBRO met Gijs achter het stuur brengt ze er naar toe.

Vakantie in Egmond aan Zee, vader Ad met vier zonen ‘paardje rijden’ op het strand, Auteursrechthouder Maurits Schmidt

Map zingt graag en treedt regelmatig op als sopraan in bijeenkomsten van de Gereformeerde Culturele Kring zoals bijvoorbeeld in het concert voor sopraan en orgel in de Leeuwenberghkerk in 1963. Hier zingt ze als solist werken van Händel, Dvorak en Bach. Ze wordt op orgel begeleid door W. Zomer. Ook gaat ze naar Amerika voor optredens met haar muziekgezelschap.

Ad heeft economie gestudeerd en heeft in eerste instantie geen ambitie om ook in de zaak van zijn vader te stappen. Zijn scriptie voor zijn kandidaatsexamen aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam in 1944 heeft wel als onderwerp De Broodfabriek. In 1953 komt Ad toch bij de LUBRO terecht op 33-jarige leeftijd en hij behaalt in 1954 zijn diploma vakbekwaamheid Brood- en Banketverkoper.

Van links naar rechts: meneer Ad, wethouder Derks en burgemeester De Ranitz met echtgenote bij de opening van winkel 39 in de Bavinckstraat in Zuilen. LUBRO Post jaren 50.

In 1959 wordt meneer Ad de vijfde Schmidt directeur. Maar dit is helaas van korte duur want in maart 1960 komt hij op 39-jarige leeftijd te overlijden. Dit tot groot verdriet van zijn familie maar het laat ook de buren van de Joseph Haydnlaan niet koud. Zij plaatsen een rouwadvertentie waarin ze het betreuren dat hun  hooggeachte buurman is heengegaan: wij achten het een voorrecht dat wij hem in ons leven hebben leren kennen, zijn levenswijze was een voorbeeld. 

Echtgenote Map blijft met de kinderen tot aan haar overlijden in 1989 op de Joseph Haydnlaan wonen. Ze staat nu alleen voor de opvoeding van vier zonen, ze is sterk en streng, aldus zoon Michiel. Tjerk is voogd en komt elke week eten. Hij is Map tot steun net als de rest van de Schmidtenfamilie. Zij zijn de enigen van de familie die in Oog in Al blijven wonen en niet naar grotere ruimere huizen iets buiten Utrecht vertrekken. Zoon Maurits: Wij waren de arme tak.

Meneer Tjerk, Lessinglaan 60

De laatste Schmidt in het familiebedrijf

Tjerk (1922- 2000) wordt in 1922 in Zeist geboren. In zijn jeugd op de Leidseweg is ook hij veel in de bakkerij van zijn vader te vinden. Hij volgt de bakkersschool in Wageningen. Daar ontmoet hij zijn vrouw An Rothuizen (1921- 2021). An: ik heb Tjerk in Wageningen ontmoet, en werd een heel weekend lang aan de familie op de Leidseweg voorgesteld en er volgde ook een rondje in bakkerij. Alle anderen waren al getrouwd. Wij waren de laatsten. Ik had wel een beetje aanzien in de wijk als vrouw van….

An is de oudste dochter van Jan Rothuizen en Ali Bloemendal. Haar vader is architect en heeft sinds 1920 een meubelfabriek in Heelsum, gespecialiseerd in schoolmeubelen.

Op 10 mei 1940 wordt An uit Wageningen geëvacueerd net als 12.400 andere bewoners  uit het gebied rond de Grebbelinie en de Gelderse Vallei. De bewoners worden met schepen geëvacueerd. Zo komt An uiteindelijk aan in Utrecht alwaar ze negen maanden onderdak krijgt bij haar toekomstige schoonouders op de Leidseweg. Op 4 september 1941 verloven Tjerk en An zich, in dezelfde week als Gert en Jatie en dat wordt gevierd in Wageningen met een receptie in het huis van de ouders van An aan de Nassauweg. Na de oorlog trouwen Tjerk en An op 4 september 1945 in Wageningen waarna ze op de Lessinglaan gaan wonen.

Huwelijk Tjerk en An 4 september 1945 in Wageningen, Auteursrechthouder Alice Volkers-Schmidt

Dit huis op de Lessinglaan was in de oorlog in beslag genomen door de Duitse Kriegsmarine. Hier worden vier dochters geboren Alice (1946), Leonora ( Leonie) (1947), Annette (1951) en Annemarie (1956).

Tjerk, An en drie van de vier dochters begin jaren 50 op de Lessinglaan. Auteursrechthouder Alice Volkers-Schmidt.

Ook de dochters van Tjerk mogen een keer een nieuwe LUBRO winkel openen. In september 1953 is het de beurt aan Alice die de nieuwe winkel van Mevrouw van der Harg in de van Swindenstraat opent met de speciaal voor deze gelegenheid gebakken sleutel van brood.

(Klein) dochter Alice heropent de winkel van Mevrouw van der Harg en dochters in de van de Swindenstraat. LUBRO Post 1956

Ook de dochters van Tjerk krijgen nog tekenles op de lagere school van hun tante Jatie. En als ze wat ouder zijn passen ze op de kinderen van tante Leny (de jongste zus van Tjerk ) op de Van Kleistlaan. Later doen ze vakantiewerk in de LUBRO fabriek. Alice: dan moesten we de koekjes inpakken van de lopende band, de cake blikken insmeren, de appelbollen afstrijken of de zegel op de beschuitbollen plakken. Ook werkte ik wel op de loonadministratie en stopte ik geld in de loonzakjes.

Etiket beschuitrol LUBRO, nieuwe aanwinst HUA

Als in 1955 de nieuwe gereformeerde Pniëlkerk, in een modern gebouw van architecten Dingemans en Wouda, wordt geopend gaat de familie daar nog kort naar de kerk voordat ze in 1956 naar Huis ter Heide verhuizen.

Al in 1935 komt Tjerk als tweede zoon bij de LUBRO in dienst met als specialisatie de beschuit. Vanaf 1942 wordt hij Directeur Brood en Beschuit. Beschuit bakken vereist vakmanschap. En LUBRO levert de beschuit het liefst zo vers mogelijk aan haar klanten. In de jaren 50 komt Tjerk in de redactie van de LUBRO Post en maakt hij veel buitenlandse reizen. Al in 1954 is hij lid van een handelsdelegatie naar Amerika voor een reis van 5 weken naar New York en andere grote steden voor een onderzoek naar het personeelsbeleid en de sociale verhoudingen in het land van de vrijheid. Ook in 1960 reist hij weer naar de Verenigde Staten en bezoekt daar veel bakkerijen. Doel van deze studiereis is de bestudering van het Amerikaanse bedrijfsleven en de omgang met de werknemers. Al vijf jaar daarvoor is de eerste ondernemingsraad bij de LUBRO geïnstalleerd met Tjerk als voorzitter. In dit medezeggenschapsorgaan zitten vooralsnog alleen heren. Ook in zijn vrije tijd maakt Tjerk mooie reizen. Zo gaat hij met zijn vrouw An in 1963 naar Afrika.

Tjerk zal als laatste Schmidt nog bij de LUBRO (en zijn opvolgers) blijven werken. In zijn carrière ontmoet hij veel notabelen. Eén daarvan is burgemeester De Ranitz van Utrecht. Zij tutoyeren elkaar en zeggen Tjerk en Coen tegen elkaar. Tjerk mag daar graag over opscheppen. Zo ontstaat de gevleugelde uitdrukking binnen de familie doe niet zo oom Tjerk achtig, als je er prat op gaat die en die te kennen.

Zeg maar Tjerk( links) en Coen (rechts) …hier bij de opening van de nieuwe fabriek Hogenoord 1 in 1950 op de beschuitafdeling, beeldbank HUA

Tjerk zal zijn broers overleven en wordt 78 jaar oud. Echtgenote An wordt bijna 100 jaar net als haar ouders die 95 (moeder) en 101 (vader) jaar oud zijn geworden.

Jongste zus Leny, Von Kleistlaan 1 III

Leny (1929 – 2009), de jongste, wordt op de Leidseweg 65c geboren. Leny gaat niet in de zaak ook al  wilde ze eigenlijk wel winkelinspecteur worden om de winkels te controleren, maar haar vader vindt dat ze een echt vak moet leren. Zo wordt ze apothekersassistente en gaat werken in apotheek De Liefde aan de Neude. Ze trouwt chirurg Jan Tissink en samen wonen ze eerst nog een tijd op de Leidseweg boven bij haar ouders voordat ze met de kinderen tot 1963 op de Von Kleistlaan gaan wonen. Leny en haar zus Anna Maria (Mies)  hebben weliswaar geen functie bij de LUBRO maar bezitten wel aandelen. Oudere zus Mies (1912-1952) wordt slechts 39 jaar. Leny zal haar zus en vijf broers overleven.

 

——————————————–Vervolg van het verhaal over de LUBRO————————————————————-

Oorlog

In mei 1940 breekt de oorlog uit.Gerrit Schmidt had dit al zien aankomen en hij was sinds 1938 al flink aan het hamsteren geslagen. Zoon Gert Schmidt: onze vader had de eerste wereldoorlog meegemaakt. Een tijd van rantsoenering, distributie en broodkaarten. Hij wist hoe belangrijk grondstoffen zijn in tijden van oorlog. Dus toen Colijn al in 1938 voor de radio zei: mensen jullie moeten gaan hamsteren, toen deed hij dat. We kregen er ruimtes bij van De Korenschoof. We hamsterden letterlijk alles en ik weet nog dat op een dag de magazijnmeester binnenkwam bij mijn vader en zei: nou staat er alweer een treiler met krenten, weet u hoeveel we er al hebben? Ik kan ze niet meer bergen. Wink, zei mijn vader, zo heette die man, Wink, ik weet wat ik doe, ieder z’n taak, ik koop krenten en jij ziet maar waar je ze opslaat, dat is jouw zaak. Zo hadden we huizen vol met krenten, met sucade, met melkpoeder enz.

Zo beschikt de LUBRO over een enorme voorraad aan grondstoffen waardoor de voedselvoorziening tot aan de hongerwinter in 1944 gegarandeerd bleek.

Kuch voor het leger

Na de inval van de Duitsers in 1940 krijgt Schmidt een telefoontje van de Nederlandse legerleiding: of hij de broodvoorziening voor de soldaten op de Grebbelinie wil verzorgen. Zoon Piet Schmidt: Op 10 mei was alles in rep en roer op de zaak. We moesten bakken voor het leger op de Grebbeberg. Daarbij kwam dat we die vrijdag 10 mei volop in voorbereiding zaten voor Pinksteren. En die zondag was het tevens Moederdag! Alle folders waren al uitgezet: Dubbel feest: Pinksteren én Moederdag! De banketbakkerij legde al het werk stil en iedereen moest meehelpen in de broodbakkerij om al het extra brood te bakken. Intussen stond het hele magazijn vol met taarten: `Voor Moeder’. De jongens die met vrachtwagens het brood kwamen halen voor de Grebbeberg hadden allemaal trieste berichten. Het brood ging in linnen meelzakken mee. Ze hebben later die lege zakken nog als verband gebruikt. LUBRO bakt die meidagen 32.000 broden voor de soldaten. De slag duurt vier dagen en er komen 400 soldaten om.

Schaarse grondstoffen

Vanaf juni/juli 1940 gaan er veel schaarse grondstoffen op de bon zoals bloem, boter, margarine en later ook eieren en melk. En er komen brood- en beschuitbonnen. Alleen op vertoon van bonnen kan er nog iets gekocht worden door de klanten. Ook koffie en thee gaan al in juni 1940 op de bon.

In 1941 is er nog van alles te koop:

Prijslijst brood, 15 oktober 1941. LUBRO archief HUA

In de loop van de oorlog wordt na de nodige experimenten hier en daar de receptuur aangepast. Zo gaat de bakkerij met de beschikbare grondstoffen op zoek naar nieuwe verhoudingen voor bijvoorbeeld het casinobrood of het beschuitdeeg. In het logboek van de bakkerij staat in 1942: De eerste resultaten van het nieuwe beschuitdeeg zijn zeer slecht, het deeg wordt teruggegooid, nog maar eens zonder taptemelk proberen. Een proef met andere verhoudingen voor het Allison brood levert een behoorlijk resultaat op (1942) ook al zijn de korsten soms te los. Een nieuw koekje van roggebloem, massé, kunsthoning en water pakt goed uit. In december 1942 kunnen er nog 18.000 kerststollen worden gebakken met krenten en rozijnen. Met Pasen dat jaar worden er 20.000 stollen gebakken met goede smaak. Meneer Gert: Met de Kerst in 1942 of 1943 konden we alle klanten op een gewone broodbon een halfje krentenbrood aanbieden tegen de normale prijs. Dankzij de voorraden. Meneer Piet: Wij hadden nog duizenden balen Amerikaanse bloem, die stonden in een voormalige sigarenfabriek. Ieder half jaar waren die zakken uitgeschept, gewassen en weer gevuld en zo was die bloem prima gebleven.

Veel balen bloem op voorraad, hier op de meelzolder Abel Tasmanstraat, fotoalbum fotostudio Nico Zomer, LUBRO archief HUA

Staking 1943

De bakkerij loopt leeg

Op 29 maart 1943 worden er 25 mannen die bij de LUBRO werken opgeroepen om zich te melden voor de Arbeitseinsatz.

Op 30 april 1943 staken werknemers van de LUBRO broodfabriek als eersten in Utrecht tegen een door de Duitsers afgekondigde maatregel. Het betreft de oproep op donderdag 29 april  van “De Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden’’  dat soldaten van het voormalige Nederlandse leger zich onmiddellijk opnieuw moeten melden voor krijgsgevangenschap en de Arbeitseinsatz. Wie aan de oproep van de Wehrmachtsbefehlshaber geen gevolg geeft, moet op de strengste maatregelen rekenen. Onder het Nederlandse volk veroorzaakt deze oproep veel onrust. Nog op dezelfde donderdag en de daarop volgende dagen klinkt door het gehele land de oproep: “STAAKT! STAAKT!”

In het logboek van de LUBRO Bakkerij staat bij 30 april 1943 genoteerd: Staking. s Morgens 8.30 liep de bakkerij in een ogenblik tijd leeg. Er werd ook niet uitgereden. Spoedig politie bezetting. Hr Piet + politie met brood naar de winkels. Door ingrijpende maatregelen van de directie kon alles zaterdagmorgen weer draaien.

Uit logboek LUBRO bakkerij 1942-1944, LUBRO archief HUA

In de LUBRO Post staat: het brood dat die nacht gebakken werd kon niet worden rond gebracht. Toen is er met behulp van de politie het meest noodzakelijke rondgebracht naar onder meer de ziekenhuizen. Later wordt deze staking bekend als de april-meistaking die plaats vindt in het hele land. Deze stakingen zijn begonnen in Hengelo bij Stork. Na de LUBRO volgen er ook stakingen bij andere bedrijven in Utrecht. Vooral onder het (vrouwelijk) kantoorpersoneel bij bedrijven in de omgeving en bij de Nederlandse Spoorwegen. Bij de Spoorwegen zijn het vooral de vrouwen bij de telefooncentrale van de directie die staken, onder leiding van G. Hekkert. Zij verzendt een telexbericht naar 18 hoofdstations met de mededeling dat de stakingen die dag om 14.00 uur beginnen. De directie laat  het bericht meteen herroepen en de Duitse politie vaardigt een arrestatiebevel tegen haar uit waarna ze veroordeeld wordt tot 15 jaar tuchthuisstraf.

Op de maandag na de staking op vrijdag draait de bakkerij weer als daarvoor.

Panko en Roer-Om

In februari 1944 worden er in alle winkels  van de LUBRO ( en ook bij andere bakkers) demonstraties gegeven voor ‘de huisvrouw’ om te bakken met de nieuwe alternatieve oorlogsprodukten Panko en Roer-Om. Dit is een bakpoeder waarmee je zonder eieren, boter of melk toch kan bakken. Het was ontwikkeld door PeJa, een fabriek van bakkerijgrondstoffen in Deventer en wordt een groot succes. In deze tijd van schaarste kunnen er met dit wondermiddel toch gebak, cake en pannenkoeken worden gebakken. Ook in de winkel in Oog in Al op de Beethovenlaan zijn demonstraties met Panko.

UN 2 februari 1944

25 jaar LUBRO

Op 1 juli 1944 bestaat de LUBRO 25 jaar en ook al is het midden in de oorlog, deze mijlpaal wordt gevierd. Het personeel (inmiddels bestaande uit 290 ‘man’) wordt getrakteerd op een feestavond en de vaste klanten kunnen twee rantsoenen biskwie’s ophalen in hun vaste LUBRO winkel.

Utrechtse Courant 1 juli 1944

Voor kinderen wordt er een tekenwedstrijd georganiseerd. Er worden maar liefst 4642 tekeningen ingestuurd en de winnende tekeningen worden tentoongesteld bij Kunstliefde in de Nobelstraat.

Utrechtse Courant 12 augustus 1944

Ook zijn op deze tentoonstelling enkele ontwerpmodellen van het gevelbeeld voor het toekomstige nieuwe gebouw te bewonderen. Deze modellen zijn van de hand van de Utrechtse beeldhouwers Pieter d´Hont, Willem van Kuilenburg en Jo Uiterwaal. Uiteindelijk zal het beeld ‘’De bakker op de hoek’’ ook wel ‘’het Lubrobakkertje” van Jo Uiterwaal gekozen worden voor op de gevel van de nieuwe fabriek na de oorlog in 1950. Het beeld wordt aangeboden door het personeel ter viering van de 25 jaar LUBRO.

Het beeld ‘De bakker op de hoek’ van Jo Uiterwaal in 1944 aangeboden door het personeel en geplaatst op de nieuwe fabriek Hogenoord 1 in 1950, is recentelijk weer gerestaureerd en teruggeplaatst in 2020, foto G.C. Goosen, beeldbank HUA

Verder komt er de speciale jubileumuitgave 1919-1944 25 jaar LUBRO waarin medewerkers herinneringen ophalen aan de eerste jaren. Hierin schrijven zij over hoe de broodbakkerij enorm groeide van klein naar grootbedrijf. Er zijn inmiddels 27 filialen en 24 depôts. En verder rijden er 140 broodwagens naar de wijken. In dit nummer ook een interview met A. Belterman die in 1938 vertrokken is bij de LUBRO om directeur te worden bij de HUS bakkerij in Den Haag. Hij was begonnen als hoofdboekhouder bij LUBRO en heeft deze gemoderniseerd. Hij ontwikkelde ook de afdeling van de z.g.n. bij-artikelen zoals chocolade, bonbons, biskwies en suikerwerken die elders worden geproduceerd. Hij verzorgde ook jarenlang de LUBRO Post en was bestuurslid van het LUBRO mannenkoor.

Jubileumuitgave 25 jaar LUBRO 1944 , LUBRO archief HUA

In beslagname maar ook gratis brood

In het logboek van de bakkerij staat bij  1 november 1944: Wehrmacht bakt in. In feite waren al sinds 7 september 1944 een deel van de bakkerij en machines door de Wehrmacht in beslag genomen. Overdag bakt de LUBRO voor de bevolking van Utrecht en ‘s avonds bakken de Duitsers hun eigen brood. LUBRO medewerkers proberen dit zoveel mogelijk tegen te werken en te saboteren door Duits brood te laten verdwijnen.

Inbeslagname van een deel van de LUBRO bakkerij door de Duitse Wehrmacht in september 1944, HUA

De familie Schmidt deelt tijdens de oorlog regelmatig brood uit. Kleinzoon Maurits: opa moest voor een deel leveren aan de Duitsers maar heeft veel anderen gratis brood gegeven. Dochter Leny Schmidt: mijn ouders deelden in de oorlog sneetjes brood uit aan de deur. Ook An van Tjerk weet dat nog goed: We hadden een heleboel kinderklantjes, die iedere dag langskwamen om een boterham. Honderd boterhammen waren in een kwartier weg. Dan moest je een briefje ophangen ‘Het brood is op’. Joke Froon uit Lombok herinnert zich nog goed dat ze als kind van 5 jaar in de hongerwinter één keer per week met alle andere kinderen uit de buurt naar het huis van de directeur, de heer Schmidt aan de Leidseweg mocht. Daar stond ik in een lange rij te wachten tot de deur open ging en we allemaal een sneetje witbrood kregen. Dat vergeet je nooit weer.

En als de nood hoog is wordt de LUBRO ook benaderd voor gratis brood. Mej. Hofland uit de Abel Tasmanstraat schrijft in februari 1945: Daar ik in een vreselijke toestand zit zou U mij alstublief kunnen helpen aan 1 brood. Ik ben de Moeder van Flip, wij zitten al van maandagmiddag af zonder eten en in de kou. 

Hongerwinter 1944

Door het hamsterbeleid van Schmidt Sr kan de bakkerij tot aan de hongerwinter blijven bakken. En bij een tekort aan meel wordt er roggebloem door het tarwebloem gemengd met een scheut azijn. Latere geruchten dat er bloembollen door het meel gemengd werden blijken niet waar te zijn, dat bakte niet.

Maar tegen Kerst 1944 is het meel op. In het logboek van de bakkerij staat bij 1 november 1944: In de bakkerij is nog maar weinig werk, veel onkosten. Banketbakkerij: gesloten, beschuit verboden. Er worden bakloze dagen ingevoerd. Maar dan zijn de kolen en de grondstoffen op. Voor het eerst kan er tien dagen lang helemaal geen brood worden gebakken. De Illegale Parool van 25 november 1944 schrijft onder het kopje Honger in Utrecht: In Utrecht heerscht gebrek. Men krijgt er één brood per week. (…) De meelfabriek Lubro heeft nog slechts meel voor drie dagen. Als er toch weer schaars wat meel komt, terwijl er nog geen kolen zijn , worden er hele bomen met de hand tot blokken gezaagd om toch te kunnen bakken.

Met Sinterklaas en Kerst in 1944 heeft de bakkerij zeer weinig te doen. Dat is uniek. Zo’n rustige tijd rond de feestdagen is nog nooit voorgekomen in de LUBRO geschiedenis.  LUBRO Nieuws schrijft in december 1944: dit jaar geen Sint Nicolaasverrassing. De oorlog overheerst. Sint staat met lege handen. De nacht voor Sinterklaas kunnen de bakkers gewoon naar bed.

LUBRO nieuws voor verkopers in december 1944

Omdat de bakkerij toch leegstaat organiseert de LUBRO daar een kerstviering voor het personeel rond de kerstboom. In aanwezigheid van dominee Van de Vliet van de Westerkerk (en woonachtig op de Joseph Haydnlaan 13 ) en pastoor Leggraaff. Chef L. Hoornstra van de banketbakkerij vertelt later: Kerstfeest in de hongerwinter! Mijn mooiste herinnering. Toen zaten we met het hele personeel om de kerstboom in de oude bakkerij in de Abel Tasmanstraat. We zongen Stille Nacht en kregen een half broodje en een flesje chocomel.

Meneer Piet en meneer Gert in verzet

Sonderausweis op naam van Piet Schmidt, 1943. Auteursrechthouder Daan Schmidt

Omdat de LUBRO een belangrijke schakel is in het voedseldistributiesysteem krijgt meneer Piet regelmatig een ontheffing waardoor hij het land kan rondreizen. Zo kan hij aan grondstoffen komen en wordt Utrecht voorzien van brood.

Piet: Ik had contacten met de Utrechtse voedselcommissaris. Ik moet zeggen dat ik goed met hem kon opschieten, dat had voordelen. Ik ben eens gaan praten en kreeg het voor elkaar dat ik samen met een relatie naar Groningen en Friesland mocht om voedsel te halen. We kregen een auto gedekt door Duitse papieren. Hoe is het mogelijk zeg je nu, en we zijn tenslotte zes weken in Groningen geweest, elke vrijdag weer naar huis, en we kregen zoveel scheepjes los met van alles en nog wat dat het tenslotte spaak liep. Utrecht kreeg in verhouding veel te veel. We hebben tenslotte onze balen bloem gedistribueerd over de collega’s.

Verder weet Piet werknemers van de LUBRO aan de Arbeitseinsatz te onttrekken. In een extra editie van de LUBRO Post, als Schmidt Sr 50 jaar in het vak zit in 1959, staat: Het was vooral meneer Piet die tientallen Lubro medewerkers uit handen van de Duitsers wist weg te moffelen. Zoon Theo (1943) over zijn vader Piet: In de oorlog hielp hij mensen die gedeporteerd zouden worden. Met de broodkarren kon mijn moeder twee mensen tegelijk meenemen zonder dat het opviel.

Om een en ander voor elkaar te krijgen stopt Piet de Duitsers weleens wat toe in de vorm van een lekkere taart bijvoorbeeld. Theo (zoon van Piet), later: Mijn vader wilde de Duitsers te vriend houden en daarom bezorgde hij ook wel eens een attentie bij de bezetters. Hij had de Duitsers nodig voor documenten om de mensen te helpen b.v. bakkers uit kamp Amersfoort te redden, waaronder ook zijn broer Gert. Hij kon de Duitsers wel schieten maar je trekt nu eenmaal meer vliegen met stroop dan met azijn.

Bedankbriefje van Fröhlich für die Torte, gericht aan Piet Schmidt, 29 juli 1944. Auteursrechthouder Daan Schmidt.

Ook helpt Piet buurtbewoners met extra eten. Don Brandsma die iets verderop in de Handelstraat (nummer 28) woont en afkomstig is uit een gezin met 5 kinderen herinnert zich dat ze in de oorlog om de beurt op zaterdagavond bij het gezin van Piet Schmidt mochten mee eten. Wat een feest was dat. Warme melk, chocoladepasta, echte ham enfin te veel om op te noemen. En dan deed je nog een beetje in je broekzak voor thuis. En Don voegt daar nog aan toe: Ook gingen we kuch jatten bij de Lubro broodfabriek in de Abel Tasmanstraat.

Op de Beethovenlaan 11 kunnen vervolgden tijdelijk onderdak krijgen bij meneer Gert en Jatie.  Gert: Ik had regelmatig mensen in huis, die waren op doortocht. In mijn straat woonde een man die had een geheime zender waarmee hij in contact stond met Engeland. Er werden ongeveer elke 10 dagen groepen Engelse piloten gedropt en zodoende kwam er ook weleens één bij ons. Ze werden gebracht door een koerierster, elke keer een andere. Als de Duitsers door hebben waar de zender zich bevindt wordt Gert gevraagd of hij de zender in huis wil nemen. Maar dat durft hij niet aan. Gert: dat bleek te gevaarlijk, ik zat er praktisch naast en bovendien, ik ben niet zo’n pokerface, het leek me te link. Maar er komt toch een inval bij Gert aan huis en hij wordt meegenomen naar de Sicherheitsdienst aan de Maliebaan. Daar zit hij een nacht in de cel en wordt daarna overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen, Het Oranjehotel. Daarna komt hij in kamp Amersfoort terecht. In kamp Amersfoort komt Gert zijn buurman van de Beethovenlaan van de illegale zender weer tegen en ze zorgen ervoor dat ze bij elkaar in de buurt komen te liggen op een brits in de barak.

Broer Piet doet alles wat hij kan om Gert vrij te krijgen. Via een contact bij de Sicherheitsdienst, die weleens wat voor Piet gedaan had en Piet voor hem, wordt Gert vrijgelaten.

Sterk vermagerd komt Gert weer thuis. Gert: later bleek dat ik was aangezien voor een belangrijk ondergronds persoon die onder de naam Gert opereerde. Als dank schenkt Gert zijn broer Piet, die hem het leven heeft gered, een portret dat van hem gemaakt is in gevangenschap. Op het schilderij staat Gert in gevangeniskleding als gevangene nummer 15141. In 1983 krijgt Gert het Verzetsherdenkingskruis voor zijn verzetsdaden tijdens de oorlog. Piet: hij heeft veel voor de goede zaak gedaan. En Gert over Piet: in feite heeft hij veel meer gedaan dan ik, hij is ook meer een branie.

Portret van Gert in gevangenschap, geschonken aan zijn broer Piet als dank voor zijn hulp en inzet om hem vrij te krijgen uit Kamp Amersfoort. Auteursrechthouder Daan Schmidt

Na de oorlog

Aan het eind van de oorlog worden belangrijke machines en grondstoffen van de LUBRO door de Duitsers geroofd. Maar de LUBRO krabbelt na de oorlog weer op. En er wordt nieuw personeel aangenomen. De bakkerij wordt door de Canadezen aangewezen als intendancebakkerij voor de soldaten. Bakte de LUBRO bij het uitbreken van de oorlog voor de soldaten op de Grebbeberg, nu bakken ze voor de Canadezen. Maar er is nog een tekort aan alles. Ook zijn er niet genoeg bakfietsbanden voor het rondbrengen van brood.

De LUBRO  krijgt een dankbetuiging van de Binnenlandse Strijdkrachten, van de voedingsstaf, voor de inzet tijdens de oorlog. Het is een herinneringsprent met de tekst: Ter herinnering aan de spontane medewerking die de Binnenlandse Strijdkrachten van U hebben mogen ontvangen tijdens de moeilijke jaren der illegaliteit.

Bedankprent van de Binnenlandse Strijdkrachten voor de LUBRO voor hulp in de oorlog, afgedrukt in Meneba Magazine, april 1985

Al een maand na de bevrijding doet de LUBRO mee in een bevrijdingsoptocht. De LUBRO praalwagen is volop versierd met witte broden en met  ‘’een hoorn des overvloeds’’ gemaakt van kleine broodjes. Toeschouwers raken ontroerd bij het zien van zoveel brood.

Bevrijdingsoptocht met deelname van de LUBRO met ‘De hoorn des overvloeds’. Op de zijkant van de praalwagen staat: ”Nu de oranjezon weer schijnt.” LUBRO Post 1959 en beeldbank HUA

In 1946 telt de LUBRO 30 winkels en 21 depots.

In 1948 zijn er weer krenten en rozijnen te krijgen! Het eerste krentenbrood van na de oorlog wordt aangeboden aan de koninklijke familie op Soestdijk. Aan meneer Tjerk de eer.

De LUBRO biedt het eerste krentenbrood van na de oorlog aan op Soestdijk, met bestelbus en directeur Tjerk Schmidt, beeldbank HUA fotograaf Isocino

De wijk Oog in Al

De eerste LUBRO winkel in Oog in Al komt op de Beethovenlaan 10. Het is de 24-e LUBRO winkel van Utrecht. Op deze plek zat sinds 1931 al een winkel van bakkerij De Korenschoof maar als deze failliet gaat, wordt het vanaf 1938 een LUBRO winkel met filiaalhouder A. Klomp. In de oorlog als alles op rantsoen is, vormen zich lange rijen voor de winkel als er wat te verkrijgen is na het inleveren van je bonnen.

Lange rijen voor de LUBRO winkel Beethovenlaan 10 in de oorlog. Foto gemaakt door Frits Francken Beethovenlaan 18. Auteursrechthouder Nienke Scholten-Francken,
Idem met bakkerskar en brievenbus LUBRO winkel Beethovenlaan 10 in de oorlog . Auteursrechthouder Nienke Scholten-Francken.
Achter de toonbank naast de koekjes in de vernieuwde LUBRO winkel nummer 24 Beethovenlaan 10, van links naar rechts Mej. Coops, filiaalhoudster Mevr, van Reenen en Mej.. Welmers, LUBRO Post 15 juli 1955

Na de oorlog valt de winkel in de prijzen bij een etalagewedstrijd. Er tegenover op nummer 11 komen na de oorlog meneer Gert Schmidt en Jatie van Melle wonen. In 1955 kan de winkel wel een opknapbeurt gebruiken en wordt de zaak geheel gemoderniseerd en heropend op 15 juli 1955. De winkel is een stuk groter geworden en in frisse kleuren geverfd. De filiaalhoudster is mevrouw Van Renen en met haar staan Mej. Coops en Mej. Welmans achter de toonbank.

Margreet van Renen, de dochter van de filiaalhoudster, mag de openingsplechtigheid verrichten met de broodsleutel en daarna stromen de klanten toe.

Dochter van de filiaalhoudster Margreet van Reenen heropent winkel 24 Beethovenlaan 10 met de brood sleutel met op de deur: extra aanbieding! LUBRO Post 15 juli 1955

Deze LUBRO winkel sluit rond 1970 definitief zijn deuren.

Vlak na de oorlog verkoopt Leo Verhoef op de hoek van de Chopinstraat 46 en de Beethovenlaan in zijn levensmiddelenbedrijf Verhoef ook LUBRO brood en banket. Hij is depothouder van de LUBRO. Verhoef is depot nummer 14.

Kruidenier Verhoef, hoek Chopinstraat 46 en Beethovenlaan, depot 14 van de LUBRO. Auteursrechthouder Pieter Pothout

Hans Loos uit de Chopinstraat herinnert zich: In onze straat zat een Lubro winkel die werd gedreven door de familie Verhoef. Daar haalde ik een half wit brood voor 25 ct. De geur van de winkel zit nog in mijn neus. Deze winkel sluit rond 1965. Oud bewoner Willem Smit: het leven was zeer verzuild. Wij kochten bij een gereformeerde bakker, LUBRO of De Gooyer.

Aanbiedingen met Sinterklaas te verkrijgen bij Beethovenlaan 10, Herderplein 14 en depot Leo Verhoef, Contactorgaan Oranje- en Wijkvereniging

Naast winkels en depots kent de LUBRO ook broodbezorgers die aan huis komen om het brood uit te venten. Elke broodbezorger heeft zijn eigen wijk. Voor Oog in Al is dat in de jaren 30 Gijs Beekman. Hij bouwt vooral een eigen wijk op rond de nieuwe huizen in de Goethelaan en omgeving. LUBRO Post bij zijn overlijden in 1954: Hij deed dit voortreffelijk en was een echte bouwer. Later werd hij controleur en vertegenwoordiger namens Lubro. Hij werd ook wel ‘’de super verkoper’’ genoemd. Altijd opgewekt en enthousiast.

Ook  Kollaard heeft een tijd zijn wijk in Oog in Al maar emigreert in 1953 naar Canada, het land van onze bevrijders. Bij zijn afscheid wordt hij door zijn klanten in Oog in Al overladen met geschenken, waaronder veel sigaren en sigaretten.

Wijkbezorger Kollaard van de LUBRO wordt bij zijn afscheid bedolven onder de sigaren en sigaretten van zijn klanten in Oog in Al, LUBRO Post 1953

Op het Herderplein 14 in Halve Maan komt in 1955 Winkel 36. Dit nieuwe plein met zijn moderne winkelgalerij wordt in 1955 feestelijk geopend.

Feestelijke opening winkelgalerij Herderplein met derde van links de LUBRO winkel, LUBRO Post september 1955

De LUBRO winkel krijgt speciale aandacht van burgemeester De Ranitz die bij de opening aanwezig is. Hij neemt voor de opening van de winkel op nummer 14 een grote broodsleutel in ontvangst uit handen van bakkertje Wim Schmidt, de jongste zoon van meneer Kees. Als de Ranitz aan Wim vraagt of hij die mooie broodsleutel zelf gebakken heeft antwoordt hij volmondig: Ja meneer!

Zoon Wim van Kees biedt de LUBRO broodsleutel aan van de nieuwe winkel op het Herderplein aan burgemeester De Ranitz, LUBRO Post september 1955

De eerste filiaalhoudsters zijn Mej. Jansen en Mej. v d Brink. In de jaren 60 constateren de gebroeders Schmidt in een vergadering (op één van hun praatavonden) dat de crèmegebakjes van banketbakker Bierlaagh iets verderop op het Herderplein romiger zijn dan die van de LUBRO. Daar moet wat aan gedaan worden. Meneer Piet gaat met de crèmegebakjes van de LUBRO aan de slag. Deze moeten niet alleen fijner worden maar ook luchtiger. De crème is nu te zwaar. In 1970 komt er op deze plek een winkel van bakkerij De Raad.

Het winkelassortiment

Dat is lekker!

De LUBRO gaat er prat op altijd kwaliteit te leveren en dat alles gemaakt is van de beste grondstoffen. Alleen het beste is goed genoeg. Op de deur van de winkels hangt het bord Brood van de Lubro. Dat is lekker! Met daaronder Winkels in alle wijken. Het brood ligt uitgestald achter de toonbank. Een greep uit het assortiment: witbrood zoals Melkbrood en Wonderwit en in de jaren 60 ook King Corn casinobrood.

Foto L.H Hofland, beeldbank HUA

Bruin brood zoals Zeeuws Tarwe, Licht grof, Rogge-halfom, Allisson volkorenbrood en lichtbruin Tarvo moutbrood met zachte korst .

Tarvo brood aan de deur, hier in 1966 met broodbezorger Jocobus van Rheenen, 40 jaar in dienst. L.H. Hofland, beeldbank HUA

Verder krentenbrood, puntbroodjes, amandelbroodjes en kadetten. En natuurlijk de brosse beschuit uit eigen bakkerij die iedere dag vers wordt gebakken. Beschuit maakt elke dag rond luidt de leus in de jaren 60.

Beschuit bakken in trekovens in de jaren 20 in de Abel Tasmanstraat, fotoalbum fotodtudio Nico Zomer, LUBRO archief HUA

Alle koekjes kun je los bestellen. De cocos macronen uit de begintijd blijven een succes. In 1952 wordt er geadverteerd met: cocos macronen  al 43 jaar, de smaak geeft de doorslag.

UN 4 maart 1952, Cocosmacronen al 43 jaar!

Andere koekjes zijn bijvoorbeeld boterzandjes, boterringen, zandkoekjes, Jan Hagel, botersprits, Utrechtse moppen, Zeeuwse bolussen, transvaaltjes of Hernhutters.

UN september 1937

Sta je met je neus voor de etalage dan zie je op de bovenste planken de wat langer houdbare produkten liggen zoals LUBRO ontbijtkoek en roggebrood maar ook de artikelen van ‘’vreemd fabrikaat” (niet bij de LUBRO gemaakt) zoals Haagse Hopjes, Redband droprollen, Baronie- en Droste chocolade en Tjoklatrepen. Beneden in de etalage goed zichtbaar vanaf de straat staat alle verse gebak van die dag uitgestald. Moorkoppen, harde mocca’s, tompoucen, eierkoeken, mergpijpjes, gevulde koeken en spoorpunten. Jeroen Haggenburg uit Oog in Al heeft goede herinneringen aan de spoorpunten. Mijn vader ging begin jaren 60, na zijn kantoorwerkzaamheden bij de Verzekeringsunie, op zijn fiets elke maandagavond tegen sluitingstijd bij de LUBRO dames Jo en An de Bruyn langs in de winkel in de Abel Tasmanstraat. Daar nam hij voor ons (7 kinderen) dan spoorpunten en krentenbollen mee. Zijn moeder vond dit vlak voor het eten minder geslaagd. Veel bewoners van Utrecht noemen de spoorpunt hét gebakje van Utrecht. Geliefd ook onder scholieren voor 10 cent per stuk. De spoorpunt wordt gemaakt van vermalen bakrestanten, met speculaaskruiden en boter erdoor en een laag roze fondant boven op.

Met de feestdagen komen er uitbreidingen van het assortiment. Met Pasen, Pinksteren, Moederdag Sinterklaas, Kerst en Oud &Nieuw. Denk aan paasstollen, moederdagtaart en –gebak, boterletters met roomboter en zuivere amandelspijs , speculaaspoppen,  kerstkransen, kerstbrood, tulband en appelbollen. In de winkels en bij de broodbezorgers zijn er speciale bestellijsten voor de feestdagen. Rond de feestdagen is het altijd topdrukte in de banketbakkerij.

Bestellijst LUBRO Oud en Nieuw 1963, LUBRO archief HUA

Voor de klanten zijn er spaaracties. Plaatjes verzamelen die bij de beschuit of bij de ontbijtkoek zitten bijvoorbeeld. Er komen albums rond een bepaald thema. Uit welk land komt die auto? Wat is dat voor een vliegtuig? of  Familie Wapenschilden. En speldjes sparen. Een speldje met Wonderwit brood, LUBRO Utrecht erop of van de nieuwe fabriek of van een beschuitrol.

Speldjes verzamelen. Dit speldje is met de beschuitrol.

Een hechte club

Naast klantenbinding zet LUBRO zich ook in voor het eigen personeel. Hoogtepunten worden gevierd in de Schouwburg of Tivoli. Ook de kinderen worden niet vergeten, voor hen zijn er speciale kindermiddagen en dan wordt er ook gezongen. Mevrouw Landman uit Vleuten weet de tekst na 70 jaar nog precies:

Lubrobrood Lubrobrood
Het is zo’n fijn product
En ieder die het heeft geproefd
Die is er van verrukt
Ja Lubrobrood Lubrobrood
Je bent mijn fijnst product

Een terugkerend festijn is het Sinterklaasfeest dat veel indruk maakt op de kinderen. Misschien word je wel bij de Sint geroepen! Je krijgt een lekker stuk LUBRO speculaas en na afloop is er voor alle kinderen een cadeautje.

Sinterklaasfeest voor de kinderen in de jaren 30. Wie zoet is krijgt lekkers. Beeldbank HUA
Het LUBRO mannenkoor ca 1950 met rechts achter het LUBRO mannenkoor vaandel, beeldbank HUA

De LUBRO kent veel clubs voor het personeel. De oudste zijn de voetbalclub de LUBRO-Boys (sinds 1932) en het LUBRO mannenkoor, met eigen vaandel. Dit mannenkoor geeft regelmatig uitvoeringen. Ook wel om goede doelen te steunen zoals in november 1940 om geld op te halen voor de oorlogsinvaliden. In de pauze trakteert de LUBRO op gebakjes. Er bestaat ook een LUBRO zang kwartet.

Vanaf 1947 is er een Toneelgroep en vanaf 1950 een Wandelclub. Al binnen een half jaar zijn er 20 leden. De wandelclub loopt mee met de avond 4- daagse en andere tochten.

De paden op de lanen in, de LUBRO wandelclub in 1950, LUBRO Post augustus 1950

Ook meneer en mevrouw Piet lopen weleens mee.

Meneer en mevrouw Piet wandelen mee, LUBRO Post 1950

Vanaf 1951 bestaat de reisclub Ons Genoegen. Ook is er een Klaverjas club, Hengelsport-club en eentje voor Duivenhouders. De Zilveren Club is er voor personeelsleden die 25 jaar of langer in dienst zijn. Als lid krijg je een zilveren penning. In deze club wordt in 1951 een feestje gevierd als Schmidt Sr geridderd wordt in de Orde van Oranje- Nassau, op grond van zijn economische verdiensten en plichtsbetrachting tijdens de bezetting. In 1967 zijn er al 83 zilveren medewerkers. De Gouden ploeg is er voor de oude rotten in het vak. In 1954 zijn dit er zes: Schmidt Sr , Van der Hout van de bakkerij, Van der Horst, Van Hees van de bakkerij , De Groot van de meelzolder en Henk de Jager (ovenist). Alle ‘gouden’ medewerkers krijgen de gouden LUBRO speld.

Vanaf 1945 biedt de LUBRO voor zijn getrouwde personeelsleden een vakantieweek aan in vakantiehuisjes en een woonwagen van Park Nieuw Dennenlust in Voorthuizen. De huur en het vervoer worden betaald. Het gaat om eenvoudig ingerichte huisjes waar je slaapt op stro.

De woonwagen op Nieuw Dennenlust in Voorthuizen, oudvoorthuizen.nl

De families worden met de LUBRO vrachtwagen opgehaald. Er is een heel programma met wandelingen, fietstochten en zwemmen in Natuurbad ‘t Kieftveen. En om 18 uur wordt er gezamenlijk gegeten. ‘s  Avonds is er muziek, een kampvuur, een optreden van de LUBRO toneelgroep , een avondwandeling  en bonte avond. Je kunt je aanmelden voor de vakantieweek bij bedrijfschef Alkema. Veel gezinnen maken er gebruik van. Toon Ransdorp wordt direct na de oorlog bakker-bezorger bij de LUBRO en zoon Wim weet nog goed dat de werknemers van de LUBRO zeer voordelig vakantie konden houden op park Nieuw Dennenlust in Voorthuizen. Dit was toen een toppunt van luxe. Een park met echte huisjes en vol pension in het restaurant. Thuis werden we dan met een grote vrachtwagen van de LUBRO opgehaald. Vriendjes waren maar wat jaloers!

In tijden van groei en bloei vanaf begin jaren 60 krijgen de medewerkers van de LUBRO met Kerst een Kerstpakket met luxe artikelen zoals in 1963 met een blikje zalm, een fles wijn van Loots, een blikje fruitcocktail en slagroom.

Kerstpakket 1963, LUBRO archief HUA

Communicatie

Vanaf 1950 verschijnt eens per maand (daarvoor 6x per jaar) de LUBRO Post voor het personeel. Maurits Schmidt: mijn vader Ad schreef in de LUBRO Post. Tjerk Schmidt is jarenlang eindredacteur.

LUBRO Post 1938-1939, LUBRO archief HUA

Voor het LUBRO winkelpersoneel en de bezorgers  verschijnt er het wekelijkse LUBRO Nieuws. Deze wordt op het kantoor getypt en gestencild. Op het kantoor werkt Annemarie Hipke Jansen. Ze is in 1958 aangenomen door meneer Kees. Ze maakt elke week het blaadje LUBRO Nieuws voor de verkopers en de winkels. Annemarie: ik tekende erbij en collega Ada typte de stencils. Verder hield ik ook het kaartsysteem van de broodbezorgers bij, hoeveel klanten er zijn per bezorger en hoeveel brood per week. En we moesten weleens bij de concurrent De Raad of Do Schat een broodje kopen om te testen.

Kop van LUBRO nieuws november 1946, LUBRO archief HUA

In het LUBRO Nieuws worden veel tips gegeven en weetjes uitgewisseld. Zoals: Als je 50 boterletters verkoopt krijg je er één gratis of Zorg voor een goedverzorgde volle etalage LUBRO- waardig. Waar de producten je toelachen. Er is etalagemateriaal beschikbaar. En in tijden van Sinterklaas: Voorzichtig met de speculaaspoppen. In blik bewaren tegen het vocht en altijd op zijn kant aangeven nooit horizontaal. De Sint bezoekt alle winkels. En over het vervoeren van beschuit: Laat beschuit niet in de wagen bij het warme brood, en vervoer het in blik. Het beschuit moet altijd heerlijk bros en knappend zijn.

Uit: LUBRO Nieuws februari 1949. Let vooral hierop! LUBRO archief HUA

Regelmatig zijn er wedstrijden wie de meeste klanten aanbrengt en daarbij mag je ook buiten je eigen wijk werven. Bij een wedstrijd wie de meeste omzet haalt krijgen de winnaars een rondvlucht met een KLM-Dakota boven Nederland aangeboden.

Klanten werven! Mag ook buiten je eigen wijk. In LUBRO nieuws jaren 50.

In 1953 verschijnt het boekje Verkopers van LUBRO! Hoe het moet en niet moet. Een boekje om te bewaren.

Hoe het moet en niet moet, 1953 LUBRO archief HUA

Met veel tips voor de bezorgers. ‘Praat uw klanten nooit iets aan’. ‘Zoveel mogelijk contante betaling’. ‘Wees enthousiast’. ‘Gebruik een mandje’ (in plaats van het brood met je handen aan te reiken), ‘Rook niet op straat’, ‘Houd de naam van de firma hoog’.

Gebruik een mandje! Fotoalbum fotostudio Nico Zomer, LUBRO archief HUA

De nieuwe fabriek

Zee van licht

In 1947 wordt er gestart met de bouw van een nieuwe fabriek aan de Hogenoord naar ontwerp van architect H.F. Mertens Sr uit Bilthoven. In 1948 bereikt de bouw zijn hoogste punt en Schmidt Sr en zijn zoons hijsen de vlag. Op deze plek stond voorheen de zijdefabriek Zijdebalen. Nu komt hier de nieuwe broodfabriek van LUBRO met een bakstenen kantoorgebouw. De etage’s worden verbonden door een mooi trappenhuis en op de bovenverdieping komt de kantine voor het personeel. De hal heeft een bijzonder gebogen dak van beton. Wat opvalt is ‘’de zee van licht” aldus de LUBRO Post. ‘’Onze stad Utrecht is met het plaatsen van dit gebouw een monument rijker geworden” (En ja, dit gebouw wordt later een gemeentelijk monument en wordt daarmee gered voor herbestemming).

Een zee van licht! Fabriekshal bakkerij in de nieuwe fabriek Hogenoord 1. LUBRO Post 1950
Voor- en achtergevel van de nieuwe fabriek met broodkarren, LUBRO Post 1950

Op 11 oktober 1950 wordt het gebouw feestelijk geopend onder grote publieke belangstelling. Een lichtpuntje in de sobere naoorlogse jaren, aldus de LUBRO Post. De fabriek is één van de modernste broodfabrieken in Europa. Ook uit het buitenland is veel belangstelling. Het Amerikaanse weekblad Bakers Weekly, het grootste vakblad ter wereld, wijdt een artikel van vier pagina’s aan de nieuwe fabriek van LUBRO met daarbij 14 foto’s van de bakkerij.

Burgemeester De Ranitz opent de nieuwe fabriek en krijgt daarna een rondleiding door Tjerk Schmidt over onder meer de beschuitafdeling. Beschuit is een belangrijk exportartikel van de LUBRO en gaat onder meer naar Zweden en België.

Rondleiding voor notabelen bij de opening van de nieuwe fabriek door Tjerk Schmidt, hier op de beschuitafdeling, beeldbank HUA

Gerrit Schmidt Sr onthult het bakkersbeeld van Jo Uiterwaal, de bakker op de hoek ook wel Het Lubrobakkertje genoemd. De bakker blaast op zijn hoorn wat vroeger betekende dat het brood gebakken was. Dit beeld is al in 1944 door het personeel verkozen uit meerdere ontwerpen van verschillende kunstenaars. Voor het personeel komt er een feestavond in het NV Huis met een optreden van Rijk de Gooijer (de zoon van de meesterbakker van de voormalige Korenschoof). In zijn inleiding benadrukt Smidt Sr dat er hard gewerkt moet worden!

Onthulling beeld ‘Lubrobakkertje’ van Jo Uiterwaal door Gerrit Schmidt Sr bij de opening van de nieuwe fabriek in 1950 met onder het beeld Schmidt en echtgenote Leuntje Schmidt-Molenaar, beeldbank HUA

In 1957 wordt de bakkerij uitgebreid met een afdeling voor de banketbakkerij. Deze was tot dan toe nog in Lombok gevestigd en wordt nu gesloten.

De nieuwe bankethal van 1957, LUBRO Post 1957

Jatie van meneer Gert wordt door de architect Mertens Jr gevraagd om een wandschildering in de nieuwe kantine te maken. Het wordt een muurschildering van 3 meter hoog en 6 meter breed. Omdat Jatie bij een kantine denkt aan ontspanning en vrije tijd heeft ze gekozen voor het thema duivenhouden, dit is één van de vele clubs van het LUBRO personeel. Het is een abstracte weergave van het thema. Vooral de jongere generatie weet het te waarderen.

Jatie aan het werk aan de wandschildering in de nieuw kantine, LUBRO Post december 1956

In 1959 zit Gerrit Schmidt 50 jaar in het vak en de LUBRO bestaat dan 40 jaar.

Jubileum nummer LUBRO Post 50 jaar Gerrit Schmidt in het vak, maart 1959 , LUBRO archief HUA

Er komt een speciaal  jubileum nummer van de LUBRO Post en in het reguliere nummer prijkt Schmidt Sr op de voorkant.

Voorblad LUBRO Post maart 1959 met oprichter Gerrit Schmidt Sr

Dit jubileum wordt groots gevierd in alle zalen van Tivoli. Het jubileumspel Brood en deuren wordt opgevoerd met alle hoogtepunten uit het leven van Gerrit Schmidt van de afgelopen 50 jaar. Tekst is van Tom van Maaren en de regie van Johan Bodegraven. In het verhaal komen er ook vijf bakkers langs met elk een kinderwagen (de vijf zonen). En aan het slot van de revue komen de vijf zonen op het toneel met allerlei LUBRO attributen. Na een dankwoord en het uitwisselen van cadeau’s volgen er in alle zalen optredens met muziek en zang van het LUBRO mannenkoor tot goochelen en een optreden van de band de Constellations. Afsluitend is er een bal.

Feestelijke revue tgv Schmidt 50 jaar in het vak met na afloop huldiging van het echtpaar Schmidt, vergezeld van de vijf zonen/ directeuren. Auteursrechthouder Alice Volkers-Schmidt.

De jaren 60

Hoogtepunt

De broers vertrekken begin jaren 60 uit Oog in Al naar grotere huizen in de omgeving van Utrecht. Ook hier wonen ze weer bij elkaar in de buurt in Bilthoven, Huis ter Heide en Den Dolder, maar niet meer op loopafstand. Het gezin van meneer Ad blijft na zijn overlijden in 1960 in Oog in Al wonen. Op de wekelijkse praatavonden bij één van de broers of bij Schmidt Sr thuis worden alle actuele onderwerpen besproken rond de dag- week- en weekendreclame, de wijken, de winkels, produkten, export, jubilea, verpakkingen, de folders , buitenlandse reizen, noem maar op.

Reclamefolder LUBRO 1963 : 4 feesten 5 mei, Hemelvaartsdag, Moederdag en Pinksteren. Viert uw vier dagen met LUBRO gebak! LUBRO archief HUA

In 1963 wordt de elektrokar geïntroduceerd. De broodbezorging die vroeger gedaan werd met de handkar en later met de bakfiets geschiedt vanaf nu met de elektrokar (bijnaam: de ijzeren hond). Op het binnenterrein komen diverse laadpalen. Maar er komen ook klachten, ze lekken gauw, er zijn oplaad-problemen en ze zijn nogal storingsgevoelig. Nog weer later worden ze vervangen door VW bestelbusjes.

In 1964 komt de eerste vrouwelijke broodbezorgster Liny Balvert tijdelijk in dienst. Dit is om uit te zoeken hoe de klanten op vrouwelijke bediening reageren. Na de zomer keert zij terug in haar eigenlijke vak. De klanten vonden het volgens de LUBRO Post wel leuk, dus wie weet volgen er meer broodbezorgsters…

Eerste broodbezorgster in elektrokar in Tuindorp Oost, LUBRO Post 1964

In 1967 bereikt de LUBRO  haar hoogtepunt: er werken 600 mensen, er zijn 54 winkels en er rijden 150 karren rond. Naast Utrecht zijn er ook winkels in Zeist, De Bilt, Bilthoven en Maarssen. In 1966 komt er naast de fabriek nog een 17 meter hoge meelsilo voor 250 ton meel. Voorheen sloeg men het meel op in de kelders. Het meel wordt met tankwagens aangevoerd.

Schmidt Sr trekt zich dat jaar op 81- jarige leeftijd helemaal terug uit de leiding. De medewerkers noemden hem inmiddels ‘onze oudste directeur’ of ‘de oude baas’. Al in 1963 was echtgenote Leuntje overleden waarna hij in 1965 hertrouwde met Gerda Jongsma en naar Zeist verhuisde.

Met de introductie van het King Corn brood krijgt de LUBRO als eerste in Europa een hypermoderne productie installatie voor het bakken van dit lichtgewicht brood. De LUBRO noemt zichzelf voortaan een brood-produktie-bedrijf en ‘LUBRO Brood’ in plaats van ‘Luxe Brood- en Banketbakkerijen LUBRO N.V.’ En omdat er sprake is van modernisering en veranderende tijden en de LUBRO graag met de tijd meegaat is er behoefte aan een nieuwe huisstijl. In 1969 wordt het nieuwe embleem geïntroduceerd bij het 60-jarig bestaan van de LUBRO. In het hartvormige ontwerp zijn de letters L en B te herkennen. Alle medewerkers krijgen thuis een slagroomtaart bezorgd om de 60 jaar te vieren.

Volkswagen bestelbusje nieuwe stijl met nieuw logo LB, LUBRO BROOD, LUBRO Post 1964

Maar eind jaren 60 is het gedaan met de groei. De eerste winkels sluiten en broodbezorgers stoppen ermee. Niet langer is het rendabel om in elke wijk een winkel en een bezorger te hebben. En ‘de huisvrouw’ gaat de arbeidsmarkt op en is niet langer thuis voor boodschappen aan de deur. Daarnaast levert de LUBRO steeds meer aan supermarkten. In 1969 is al de helft van de winkels gesloten. Ook de winkels in Oog in Al en Lombok sluiten hun deuren.

Na 1970

Alles is veranderd

In 1970 wordt de LUBRO met 470 medewerkers overgenomen door het Meneba concern (Meelfabrieken der Nederlandse Bakkerij) uit Rotterdam. De LUBRO behoort tot de grootste King Corn bakkerijen van Nederland. Het aandelenpakket wordt voor 3.250.000 gulden verkocht. Meneer Piet (57 jaar) en meneer Gert (54 jaar) stappen per 1 januari 1971 uit de zaak. Alleen meneer Tjerk (48 jaar) blijft aan als algemeen directeur. En met hem nog twee kleinzoons van Gerrit Sr, Gert van Piet en Hans van Kees. Schmidt Sr staat volkomen achter de overname door Meneba. Hij is altijd in voor nieuwe ideeën en fusies zijn in zijn ogen de toekomst. Onder Meneba wordt de naam LUBRO gehandhaafd. Meneba is ook al eigenaar van veel andere bekende bakkerijen zoals HUS, Lensvelt, Paul Kaiser en de Leidsche broodfabriek.

In 1972 komt er voor het eerst sinds 1924 iemand van buiten de Schmidt familie in de directie nl de heer Pieter Marinus Felius. Kleinzoon Gert vertrekt dat jaar naar Parijs waar hij een eigen broodfabriek opzet. In 1975 viert Tjerk zijn 40-jarig jubileum en wordt hoofd public relations bij Meneba. Kleinzoon Hans vertrekt dat jaar bij Meneba/LUBRO om over te stappen naar het nieuwe bedrijf Délifrance. Zo is Tjerk nog de enig overgebleven Schmidt in het bedrijf.

In 1977 overlijdt Gerrit Sr op 91-jarige leeftijd in Zeist.

In 1986 neemt de laatste LUBRO bezorger Ben Olthof afscheid van zijn klanten in Utrecht en De Meern.

In 1988  gaat kleinzoon Maurits als journalist van de Volkskrant nog eens een keer kijken in de broodfabriek van zijn opa en vader. Alles is veranderd. De kleuren. De geuren. De mensen. Van 600 gereformeerde bakkers zijn er nu 60 Islamitische computercontroleurs. Er is veel geautomatiseerd en alles wordt per computer aangestuurd. Van 150 bakfietsen en 50 winkels naar 30 supermarken. Van fier familiebedrijf naar een tanende sub-sectie van een meelconcern.

In 1989 wordt Meneba/LUBRO ‘Quality Bakers’ en de naam LUBRO verdwijnt. In 2000 wordt het bedrijf overgenomen door Kamps Nederland, onderdeel van de Duitse firma Kamps, het grootste bakkerijconcern van Europa. Er worden nog zo’n 30.000 broden per dag gebakken. Maar de fabriek redt het niet en in 2005 sluit de broodfabriek  zijn deuren. Als oorzaken worden de prijzenoorlog tussen de supermarkten genoemd, het feit dat er steeds minder brood wordt gegeten en de ongunstige ligging van de fabriek met het oog op de bevoorrading.

Jaren van leegstand volgen totdat onder meer op deze plek de nieuwe woonwijk Zijdebalen komt. In het karkas van de oude fabriek (nu Zeedijk 19) komen in 2020 een bedrijfsruimte en woningen. Het beeldje De bakker op de hoek van Jo Uiterwaal uit 1944 wordt teruggeplaatst. Ook de oude LUBRO letters komen weer op het dak te staan.

De LUBRO letters staan weer op het dak in 2020. Beeldbank HUA foto D.C. Goosen.

Het bedrijf ‘Kaliber Interactive’ , dat nu in de oude fabriek zit, heeft veel oog voor het verleden van dit gebouw als oude LUBRO fabriek. Het is zeer de moeite waard om op een open monumentendag het mooi gerestaureerde gebouw van de voormalige broodfabriek van de familie Schmidt eens van binnen te bekijken.

Open dag oude LUBRO fabriek monumentendag 2022, Foto: Kaliber Interactive
Met veel dank aan Alice Volkers- Schmidt, Maurits Schmidt en Daan Schmidt voor hun verhalen en foto’s uit het familiearchief.

Bronnen
Foto bovenaan: LUBRO in banketletters, LUBRO archief HUA
Het Utrechts Archief, 1225 Lubro (Luxe Brood en Banketbakkerijen) te Utrecht met beschrijving van Mariëtte Rommers, Utrecht 2011 met daarin o.a 25 Jaar Lubro, 1919-1944 (Utrecht, 1944), 50 jaar Lubro, 1909-1959, Jubileumnummer Lubro Post (Utrecht, maart 1959), de organen Lubro Post, Lubro Nieuws, foto albums, verslagen van de praatavonden en Lubro canterieën, februari 2004: Interviews van Koos Kolenbrander met enkele familieleden.
Algemeen Dagblad, rubriek Dichtbij en Onder Ons, Herinneringen aan de Lubro, februari-april 2009
Barthels, M.J.G.A. en A.C. Schmidt, Gerrit Schmidt (1885-1977) een luxe broodbakker (in ‘Utrechtse biografieën 3 – Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Utrechters’) Amsterdam / Utrecht, 1996
Boer, Arjan, Lubro-gebouw: industrieel erfgoed en wonen op Zijdebalen, DUIC 10 april 2015
Boer, Arjan, Kunst aan gebouwen: De Lubro-bakker op de hoek, DUIC 15 juli 2018
Brandsma, Don, Jeugdherinneringen, eigen uitgave 2014
Meneba Magazine, Herinneringen van oud-bakkerij functionarissen uit Utrecht en Den Haag, april 1985
Smit, Willem, Utrechtse jeugdherinneringen bij een afscheid, Hilversum 2003
Schmidt, Maurits, Utrechtenaren, Volkskrant 19 oktober 1985
Schmidt, Maurits, De echte slavernij onttrok zich aan mijn blik, Volkskrant 11 augustus 1988
Utrechts Nieuwsblad, jaargang 1909-1967

Leuk om te kijken: enkele fragmenten over het bedrijf LUBRO in 1919 in een film over Utrecht op HUA 5801 33 filmverzameling: https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/B061F01CB136D9CCE0534701000AF656

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit vind je vast ook leuk

Een reactie op “De familie Schmidt van de LUBRO”

  • Prachtige biografie over de Lubro. Mijn grootvader heeft nog gevent met de loop kar en daar heb ik nog een foto van. Wijzelf hebben daar als jongens in de vijftiger jaren prachtig herinneringen aan, want op de Laan van Nieuw Guinea en Kanaalstraat kwam rond 5 december Sint en Piet langs en strooide snoepgoed, dus wij doken op de straat en pakken watje pakken kon. Geen last van ziektes of allerlei afwijkingen, want wij zo groeiden wij op en hadden veel plezier. De Lubro was een fenomeen, want iedereen in Utreg wist wie ze waren.

    Reply
  • hella zaborszky-jansma · Edit

    Reuze leuk verslag over Lubro en ik heb net zolang doorgelezen tot ik DE SPOORPUNT tegenkwam….
    de versnapering voor de kleine beurs!!
    Wij woonden met ons gezin met drie jongens in de Dickenslaan van 1958 tot 1973 ongeveer!!

    Reply

Laat een antwoord achter

Uw emailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *